COELO: Onzichtbare precariobelasting verstoort zicht op lokale lasten
7 april 2015
Huishoudens moeten een goede afweging kunnen maken tussen de belastingdruk en voorzieningenniveau in de gemeente. Goed zicht op de hoogte van de lokale lasten is daarvoor onontbeerlijk. Doordat veel gemeenten precariobelasting heffen op leidingen van nutsbedrijven wordt dat zicht vertroebeld. Dat blijkt uit onderzoek van Corine Hoeben van COELO.
Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat de heffingsambtenaar niet voldoet aan de bewijslast om de hoogte van het uurtarief voor BOA’s te verklaren en vernietigt de naheffingsaanslag parkeerbelasting.
Hof Arnhem-Leeuwarden is met de Rechtbank Overijssel van oordeel dat het waterschap Zuiderzeeland geen watersysteemheffing mag heffen voor percelen gelegen in de Marker Wadden omdat het IJsselmeer niet kan worden gerekend tot het gebied van het waterschap.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de verordeningen watersysteemheffing en zuiveringsheffing van het waterschap Brabantse Delta voor de jaren 2019 en 2020 verbindend zijn. Het hof verwerpt de stelling van X dat de opbrengstlimiet is overschreden.
Advocaat-generaal Wattel is van mening dat het systeem van zuiveringsheffing wel degelijk een niet te rechtvaardigen discriminatie van tweepersoonshuishoudens met zich meebrengt. Gelet op het geringe financiële belang (circa € 58 per jaar) ziet de A-G echter geen reden voor de rechter om in te grijpen.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt de naheffingsaanslag parkeerbelasting ondanks een verkeerde zonekeuze. X verklaart geloofwaardig dat zij de parkeerapp te laat heeft uitgezet, waardoor de verschuldigde parkeerbelasting alsnog effectief is voldaan.
Hof Amsterdam oordeelt dat X de heffingsambtenaar terecht herinnert aan zijn onvoorwaardelijke toezegging tijdens een eerdere zitting bij het hof over de aanslag 2020. De toezegging houdt in dat de heffingsambtenaar ambtshalve de reeds opgelegde aanslagen precariobelasting voor de verhuurde woonboot vernietigt.
De Hoge Raad oordeelt dat een rechter de proceskostenvergoeding mag matigen als een belanghebbende uitsluitend op een punt van ondergeschikt belang in het gelijk wordt gesteld.
Hof Amsterdam oordeelt, in navolging van de rechtbank, dat X niet mocht vertrouwen op de informatie van een parkeermeter op anderhalve kilometer van de plaats waar hij parkeerde. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).