Dit blijkt uit het rapport Kerngegevens ontwikkeling waterschapsheffingen 2009-2015, dat is opgesteld door het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) van de Rijksuniversiteit Groningen. Op 18 maart zijn er verkiezingen voor de waterschapsbesturen. COELO onderzocht daarom de ontwikkeling van de belastingtarieven van de waterschappen in de afgelopen bestuursperiode (2009-2015).
19 euro meer voor het zuiveren van afvalwater
De zuiveringsheffing wordt betaald door huishoudens en bedrijven. Een meerpersoonshuishouden betaalt in 2015 gemiddeld 168 euro. Dat is 19 euro meer dan in 2009, ofwel een stijging van gemiddeld 2 procent per jaar. In Aa en Maas is het tarief met 138 euro het laagst, in Delfland het hoogst. Daar betaalt een meerpersoonshuishouden in 2015 283 euro.
Het tarief is in de afgelopen bestuursperiode het sterkst gestegen in Delfland waar een meerpersoonshuishouden 88 euro meer is gaan betalen. In Roer en Overmaas is het tarief gedaald. Hier betaalt een huishouden 6 euro minder dan in 2009.
Ingezetenenheffing stijgt van 50 naar 78 euro
Alle huishoudens betalen een ingezetenenheffing. Gemiddeld betalen huishoudens in 2015 78 euro. Dit varieert van 37 euro in de Dommel tot 116 euro in Delfland. In 2009 is de gemiddelde ingezetenenheffing nog 50 euro. Gemiddeld is de heffing jaarlijks 4,4 procent gestegen. De stijging is het sterkst in Groot Salland. Huishoudens betalen hier 37 euro meer dan in 2009. In Zuiderzeeland is het tarief in 2015 lager dan in 2009 (daling van 3 euro).
Stijging heffing gebouwd vergelijkbaar
Eigenaren van gebouwen betalen het waterschap de heffing gebouwd. Dat zijn vooral huiseigenaren, maar ook eigenaren van onder meer bedrijven. Het tarief is een percentage van de woz-waarde, net als de onroerendezaakbelasting van gemeenten. Een huiseigenaar betaalt in 2015 gemiddeld 74 euro voor deze heffing. Dat was in 2009 51 euro. Sinds 2009 is het tarief gemiddeld 3,4 per jaar gestegen. De stijging is het sterkst in Aa en Maas waar eigenaren van gebouwen jaarlijks gemiddeld 10,4 procent meer zijn gaan betalen. In Zuiderzeeland is het tarief met gemiddeld een half procent per jaar gedaald ten opzichte van 2009.
Grondeigenaren betalen gemiddeld 21 euro meer
Eigenaren van (niet-natuur)grond betalen de heffing ongebouwd. Dat zijn vooral agrariërs. De heffing is een bedrag per hectare. In 2015 betalen deze grondbezitters gemiddeld 73 euro per hectare. In 2009 was dat 54 euro per hectare. Gemiddeld zijn deze belastingbetalers daarmee 5,2 procent per jaar meer kwijt aan het waterschap. De ontwikkeling verschilt opnieuw per waterschap. In Zuiderzeeland daalt het tarief 3 euro ten opzichte van 2009 (0,6 procent per jaar); in De Dommel is het procentueel het sterkst gestegen (11 procent per jaar, grondeigenaren betalen in 2015 24 euro per hectare meer dan in 2009). Het tarief in De Dommel is overigens in 2015 met 45 euro per hectare nog steeds veel lager dan het gemiddelde in Nederland.
Heffing natuur
De heffing natuur wordt betaald door eigenaren van natuurgrond. Het tarief is net als de heffing ongebouwd een bedrag per hectare, maar dan vele malen lager. Gemiddeld betalen eigenaren van natuurgrond slechts 4,18 euro per hectare. In 2009 was dat nog 2,57 euro. Het tarief is dus met gemiddeld 8,4 procent per jaar gestegen. In Rijn en IJssel is deze stijging het grootst. Eigenaren van natuurgrond zagen daar het tarief sinds 2009 jaarlijks gemiddeld met 14,7 procent stijgen. In 2015 is het tarief 1,67 euro hoger dan in 2009. In Amstel, Gooi en Vecht is het tarief het sterkst gedaald. Hier betalen eigenaren van natuurgrond in 2015 2,27 euro minder dan in 2009.
Bron: COELO
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Belastingen van lagere overheden