Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur X LLP terecht als een niet-transparant lichaam heeft aangemerkt voor de Wet VPB 1969. De beroepen van X LLP op het vertrouwensbeginsel en het gelijkheidsbeginsel worden verworpen onder verwijzing naar de uitspraak van de rechtbank.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat de pensioen- en lijfrenteaanspraken in 2015 feitelijk voorwerp van zekerheid zijn geworden. Het hof wijst erop dat het privévermogen van X in 2015 is afgenomen met € 415.123. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
In dit artikel staan alle wijzigingen op het gebied van de vennootschapsbelasting en de minimumbelasting uit het belastingpakket 2026 per wetsvoorstel.
De Staatssecretaris van Financiën heeft op Prinsjesdag het wetsvoorstel Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling bijheffing-informatieaangifte (DAC9) bij de Tweede Kamer ingediend. Het wetsvoorstel is onderdeel van het pakket Belastingplan 2026. Het is de bedoeling dat de wet op 1 januari 2026 in werking treedt.
De Staatssecretaris van Financiën heeft op Prinsjesdag het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2026 (OFM 2026) bij de Tweede Kamer ingediend. Het wetsvoorstel is onderdeel van het pakket Belastingplan 2026. Het is de bedoeling dat de wet op 1 januari 2026 in werking treedt. Soms geldt een afwijkende inwerkingtreding.
De Kennisgroep winstbepaling stelt dat winstneming bij de vervreemding van toekomstige royalty’s plaatsvindt op het moment dat de verkoopprijs door de verkoper wordt ontvangen.
De buitenlandse belastingplicht is één van de vele onderwerpen binnen de vennootschapsbelasting. Specialist Brenda Coebergh behandelt dit onderwerp in een nieuw fiscaal thema.
Hof Amsterdam oordeelt dat (i) het deel van de Regeling Wfsv dat tijdsevenredige herrekening van het premie-inkomen bij overlijden uitsluit, niet in strijd is met internationale verdragsbepalingen en (ii) geen aanleiding bestaat om de Regeling Wfsv voor dat deel onverbindend te verklaren. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Hof Den Haag oordeelt dat X in 1977 ervoor heeft gekozen om naar Nederland te verhuizen om hier te gaan studeren en vervolgens hier is blijven wonen en werken. X bevindt zich bij indiensttreding bij het EOB in 1990 niet meer in een grensoverschrijdende situatie. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
De Belastingdienst/MKB is gestart met een pilot IH/VPB, waarin de focus verschuift van toezicht achteraf naar meer steunen op het werk van fiscaal dienstverleners vooraf. Het doel is om meer uit te gaan van de kwaliteit van fiscaal dienstverleners en beter aan te sluiten bij hun manier van werken. Bij goede kwaliteit van een aangifte kan minder achterafcontrole plaatsvinden door de Belastingdienst. De pilot is hierin een eerste stap.