The Commission submits that the scheme laid down in Germany for the calculation of value added tax on travel services is not consistent with Council Directive 2006/112/EC on the common system of value added tax. Germany has failed to fulfil its obligations under Article 73 and Articles 306 to 310 of the VAT Directive by excluding travel services used by taxable persons for their business from the special scheme for travel agents and allowing travel agents, in so far as the special scheme is applicable to them, to determine on a flat-rate basis the tax assessment base for groups of services and for each taxable period.
Gerelateerde artikelen
Nota naar aanleiding van het verslag wetsvoorstel Wet plan van aanpak witwassen
Minister Heinen van Financiën stuurt de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel Wet plan van aanpak witwassen naar de Eerste Kamer. Dit wetsvoorstel voorziet in een verbod op contante betalingen voor goederen in en vanuit Nederland vanaf € 3000.
Transformatiegelden voor zorgverzekeraars niet belast met BTW
De transformatiegelden die het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) over de jaren 2023 tot en met 2027 betaalt aan de zorgverzekeraars is niet belast met BTW. Dat staat in een brief van de Belastingdienst die is gepubliceerd op de site dejuistezorgopdejuisteplek.nl.
X maakt partage niet aannemelijk en verricht BTW-belaste dienst
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X een BTW-belaste dienst verricht aan Y BV. Er is geen sprake van partage.
Fiscus ziet verzoek verrekening loonheffing met btw graag eerder
De Belastingdienst verzoekt ondernemers om de aanvraag, voor een verrekening van de te betalen loonheffing over het tijdvak november of de 12e vierwekenperiode met een teruggaaf btw, te doen vóór 11 december 2024. De Belastingdienst kan dan het verzoek snel verwerken en een piekbelasting van aanvragen voorkomen. Het formulier moet formeel uiterlijk op 31 december 2024 bij de Belastingdienst binnen zijn.
Europese Rekenkamer ziet taak voor commissie om belastingontwijking strenger aan te pakken
Ondanks de beperkte bevoegdheden van de Europese Commissie op het gebied van de directe belastingen, vindt de Europese Rekenkamer (ERK) dat de commissie meer moet doen om belastingontwijking door bedrijven tegen te gaan. De rekenkamer denkt onder meer aan de ontwikkeling van specifieke richtsnoeren voor de EU-landen zodat deze één front kunnen vormen tegen schadelijke belastingpraktijken. Ook moet de commissie ervoor zorgen dat er snel een gemeenschappelijk systeem voor prestatiemonitoring wordt ingevoerd. Dat is de conclusie van een verslag van de ERK die onderzocht hoe drie EU-richtlijnen in de periode 2019-2023 zijn toegepast in Ierland, Cyprus, Luxemburg, Malta en Nederland.
Zuiveringsheffing waterschappen discrimineert volgens A-G tweepersoonshuishoudens
Advocaat-generaal Wattel is van mening dat het systeem van zuiveringsheffing wel degelijk een niet te rechtvaardigen discriminatie van tweepersoonshuishoudens met zich meebrengt. Gelet op het geringe financiële belang (circa € 58 per jaar) ziet de A-G echter geen reden voor de rechter om in te grijpen.
Nota naar aanleiding van het verslag Belastingplan 2025
Staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel Belastingplan 2025 naar de Eerste Kamer gestuurd.
Europese rekenkamer: EU loopt € 100 miljard mis door belastingontwijking
Landen in de Europese Unie lopen jaarlijks meer dan € 100 miljard aan inkomsten mis door belastingontwijking door bedrijven. De maatregelen hiertegen uit Brussel zijn niet waterdicht omdat lidstaten ze verschillend interpreteren. Dat concludeert de Europese Rekenkamer in een nieuw rapport. Hoeveel belastinginkomsten Nederland misloopt, vermeldt het rapport niet.
Het arrest X BV: van een koerswijziging geen sprake
Met veel interesse heb ik de recente Uitvergroot ‘HvJ EU gaat (wederom) stilzwijgend om: over ‘economische logica’ en kunstmatigheid’ van Wisman gelezen, waarin zij de zaak X BV (ECLI:EU:C:2024:822, V-N 2024/47.10) analyseert. In dat arrest oordeelt het Hof van Justitie EU (HvJ EU), kortweg, dat art. 10a lid 1 aanhef en letter c Wet VPB 1969 niet in strijd komt met het Unierecht. Wisman trekt een aantal conclusies, onder meer in relatie tot de zaak Lexel (ECLI:EU:C:2021:34, V-N 2021/6.8). Graag reageer ik op die conclusies, omdat ik meen dat van een koerswijziging geen sprake is (geweest).