Commission v Netherlands. VAT exemption for water sport activities. Court of Justice
26 februari 2016
The Court of Justice has given a judgment in the case Commission v the Netherlands on the application of the VAT exemption for water sport activities. The Netherlands has failed to fulfil its obligations.
Hof Amsterdam oordeelt dat (i) het deel van de Regeling Wfsv dat tijdsevenredige herrekening van het premie-inkomen bij overlijden uitsluit, niet in strijd is met internationale verdragsbepalingen en (ii) geen aanleiding bestaat om de Regeling Wfsv voor dat deel onverbindend te verklaren. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Hof Den Haag oordeelt dat X in 1977 ervoor heeft gekozen om naar Nederland te verhuizen om hier te gaan studeren en vervolgens hier is blijven wonen en werken. X bevindt zich bij indiensttreding bij het EOB in 1990 niet meer in een grensoverschrijdende situatie. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat de vrijstelling voor het aanbieden van kansspelen van toepassing is op de diensten die de LTD. verricht voor X.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat niet aannemelijk is geworden dat het appartement uitsluitend voor representatieve doeleinden en als kantoor wordt gebruikt en niet tevens als woning dient.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het verlaagde BTW-tarief niet van toepassing is op de door X BV geïnde entreegelden. De optredens zijn voor de bezoekers namelijk van ondergeschikt belang. X BV maakt niet aannemelijk dat de bezoekers entreegelden betalen om toegang te verkrijgen tot de optredens. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
De Hoge Raad oordeelt dat het hof het bezwaar van X terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. In deze zaak van X is namelijk niet, zoals in het arrest waar X zich op beroept, de tijdigheid van het bezwaar aan de orde.
Advocaat-generaal Kokott concludeert dat bij de uitgifte van punten bij het loyaliteitsprogramma van Lyko geen sprake is van een voucher in de zin van art. 30 bis BTW-richtlijn. Er is namelijk geen (zelfstandige) verplichting om die punten als tegenprestatie voor een goederenlevering te aanvaarden.
Advocaat-generaal Kokott concludeert dat op grond van art. 135 lid 1 onderdeel e BTW-richtlijn alleen handelingen zijn vrijgesteld die betrekking hebben op wettige betaalmiddelen. Ook is het onder bepaalde voorwaarden van toepassing op niet-wettige betaalmiddelen.
Nederlandse huishoudens betalen fors meer voor hun gas dan in buurlanden. Bij een gemiddeld jaarverbruik komt de gasrekening uit op € 1801. Dat is bijna € 750 meer dan in Duitsland en zo’n € 450 meer dan in België. Dat blijkt uit een analyse van Energievergelijk.nl aan de hand van nieuwe cijfers uit de Europese Household Energy Price Index (HEPI) voor augustus 2025.