Automobilisten zijn tussen 2016 en 2020 steeds meer gaan betalen voor hun autoverzekering. De Consumentenbond is kritisch, want de schadelast daalde in dezelfde periode juist. De verzekeringsbranche verweert zich fel tegen de aantijging dat premiegeld onnodig wordt opgepot.

Tussen 2016 en 2020 daalde de schadelast voor autoverzekeraars met 5 procent, terwijl de premie-inkomsten met 17 procent stegen. Daarbij merkt de Consumentenbond op dat verzekeraars in het eerste kwartaal van dit jaar 17 procent minder kwijt waren aan autoschade, maar de premie in het eerste kwartaal wel met gemiddeld 9 procent verhoogden. Het verschil tussen oplopende premies en dalende schadelasten groeide van 1,4 miljard euro in 2019 naar 1,8 miljard euro in 2020.

"Het lijkt erop dat de verzekeraars onnodig veel geld oppotten", zegt Sandra Molenaar, directeur van de Consumentenbond. "En als dat zo is, dan vinden wij dat die verzekeraars de te veel ontvangen premies moeten terugbetalen aan hun klanten. En anders moeten ze een flinke premiedaling in 2022 doorvoeren."

Het Verbond van Verzekeraars herkent zich niet in de kritiek. Door felle concurrentie rekenden verzekeraars jarenlang te lage premies om alle schade te dekken, waardoor deze tak van verzekeringen tot en met 2019 verlieslatend was. De hogere premies zijn dus vooral een inhaalslag die verzekeraars moesten maken. Daarbij wijst het Verbond van Verzekeraars ook op de oproep van toezichthouder De Nederlandsche Bank vijf jaar geleden om de verliezen op autoverzekeringen te stoppen.

Bron: Consumentenbond

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

0

Gerelateerde artikelen