Ontwikkelingslanden lopen tot wel honderd procent van bepaalde bronbelastingen mis door de belastingverdragen van Nederland met deze landen. Dat concludeert het Centraal Planbureau (CPB) dat wereldwijde netwerken analyseerde.
Het CPB onderzocht voor zes ontwikkelingslanden hoeveel bronbelasting zij mislopen op bijvoorbeeld dividend, rentebelastingen of het uitbetalen van royalty’s. De analyse maakt deel uit van een breder onderzoek in opdracht van het kabinet met als doel om belastingsystemen in ontwikkelingslanden te versterken.
Veel multinationals zoeken voor hun geldstromen naar de fiscaal goedkoopste route tussen verschillende dochtervennootschappen in verschillende landen. Een onderzoeker van het CPB legt uit dat dit gebeurt door te 'shoppen' tussen alle belastingverdragen die landen met elkaar sluiten. Omdat Nederland veel verdragen sloot die gunstig zijn, is het vaak een van de stations op de belastingroute.
Het onderzoek van het CPB laat zien dat Nederland ook als enige land verantwoordelijk kan zijn voor alle derving van dividendbelastingen in een ontwikkelingsland, zoals in het geval van Oeganda, waar wij op 1 oktober 2020 al over berichten in het kader van een onderzoek van Oxfam Novib. Oeganda loopt in de extreemste gevallen van belastingontwijking alle te betalen dividendbelasting mis wat volledig te wijten is aan verdragspartner Nederland.
Egypte loopt in het extreemste geval van belastingplanning alle bronbelasting op dividend mis. Hierbij is Nederland in 16 procent van de gevallen het eerste passeerstation voor die geldstromen. Dat is iets minder dan koploper Groot-Brittannië, dat bij bijna een vijfde van alle routes goed is voor het eerste traject.
Bron: ANP
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Internationaal belastingrecht