De crisisheffing kan inmiddels rekenen op warme belangstelling vanuit de media. Enkele weken geleden verscheen het bericht dat de heffing vanwege de terugwerkende kracht mogelijk in strijd zou zijn met Europees recht. Om precies te zijn artikel 1 Eerste protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Inmiddels heeft het kabinet het plan opgevat om de werkgeversheffing hoge lonen te verlengen naar 2014. En dan is er nog het op 7 maart in het Financieele Dagblad verschenen bericht dat de crisisheffing hoge inkomens botst met de levensloop.
Meerdere gronden van bezwaar
Veel belastingadvieskantoren maken zich inmiddels op om bezwaar te maken voor hun klanten die geraakt worden door de werkgeversheffing. Werger verwacht dat de crisisheffing op enkele punten zal sneuvelen. Zo is de heffing mogelijk ook gedeeltelijk in strijd met het gelijkheidsbeginsel (artikel 14 EVRM). Werger noemt enkele voorbeelden:" denk aan de ongelijkheid die optreedt tussen verbonden vennootschappen en andere samenwerkingsverbanden. Verbonden vennootschappen worden door de maatregel getroffen omdat het loon wat de werknemer bij de verschillende vennootschappen verdient, bij elkaar moet worden opgeteld. Dat terwijl andere samenwerkingsverbanden geen last hebben van het optellen van loon en hierdoor buiten schot blijven."
Werger wijst ook op de ongelijkheid die ontstaat tussen de directeur-grootaandeelhouder (dga) en een ib-ondernemer. "Het gaat hier om materieel vergelijkbare gevallen. De dga moet belasting betalen over zijn loon. De ib-ondernemer over zijn winst uit onderneming. De dga met een loon boven de € 150.000 wordt echter extra getroffen door de crisisheffing. De ib-ondernemer met een hogere winst betaalt daarentegen geen extra belasting. Je zou je dus kunnen afvragen of deze 'onevenredig' zware last voor de dga niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel."
Gewezen inhoudingsplichtige
En dan is er nog de gewezen inhoudingsplichtige. De vraag rijst of er een heffing mag worden opgelegd als deze werkgever ergens in 2012 is opgehouden te bestaan, aldus Werger. "Formeel gezien bestond de crisisheffing nog niet in 2012. Die is pas in werking getreden op 1 januari 2013. Er kan dus geen verplichting voor deze gewezen inhoudingsplichtige voortvloeien uit de wet. Mogelijk is dan ook hier sprake van ongerechtvaardigde terugwerkende kracht."
Levensloop
Over de mogelijke samenloop die kan ontstaan tussen de crisisheffing en uitkeringen die uit de levensloop voortvloeien, zegt Werger het volgende: "ik vind het logisch dat Weekers binnen een dag nadat dit onbedoelde gevolg is geconstateerd al heeft aangegeven dat de crisisheffing zodanig wordt aangepast dat deze nadelige gevolgen worden opgeheven. In 2013 wordt immers sterk gestimuleerd om het levenslooptegoed op te nemen."
Crisisheffing voor langere tijd
De kans dat de crisisheffing op onderdelen straks onverbindend verklaard wordt, is zeer wel aanwezig. Werger verwacht dat deze op een aantal punten zal worden aangepast. Dat de crisisheffing van tafel gaat, is onwaarschijnlijker. Werger: "ik verwacht dat, als na het overleg met de Tweede Kamer en de sociale partners er een akkoord is om de crisisheffing te verlengen naar 2014, er een grote kans is dat deze nog weleens voor langere tijd zal doorlopen. In ieder geval zolang de crisis voortduurt."
Bron: Redactie TaxLive
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Loonbelasting