Door de verlenging van de multiplier in de Geefwet kunnen culturele instellingen nu starten met hun marketingcampagnes gericht op grotere donoren. Dat verwacht Sigrid Hemels, fiscalist bij Allen & Overy en hoogleraar belastingrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. "In principe vind ik de multiplier nog steeds een onverstandige maatregel, directe matching van giften aan culturele instellingen zou effectiever zijn geweest. Maar nu hij er eenmaal is, is het een goede zaak dat deze verlengd is."

Hemels is ook lid van de raad van toezicht van het Prins Bernhard Cultuurfonds. Zodoende was ze op de hoogte van de moeilijkheden die culturele instellingen ondervonden toen vorig jaar de Geefwet van kracht werd. Die bevatte de multiplier, die erin voorziet dat giften aan culturele instellingen voor 125 procent van de IB kunnen worden afgetrokken. Gevende bedrijven genieten 150 procent VPB-aftrek. Die regeling moest echter worden goedgekeurd door de Europese Commissie en die goedkeuring liet op zich wachten.

Dat blokkeerde de marketinginitiatieven van culturele instellingen, met name de campagnes gericht op de grotere donoren die periodieke giften geven. "Voor periodieke giften geldt een minimale termijn van vijf jaar. Dat was ook de oorspronkelijke termijn voor de multiplier", zegt Hemels, "Door het oponthoud ging er echter een heel jaar verloren, waardoor deze termijnen niet meer parallel liepen. Voor het marketingverhaal dat grote gevers over de streep moet trekken, was dat een slechte zaak."

Steuntje in de rug

De staatssecretarissen van OC&W en Financiën bleken gevoelig voor dat argument en vorige week werd bekend gemaakt dat de multiplier met een jaar wordt verlengd. Overigens publiceerde de Europese Commissie een dag daarna het besluit de maatregel goed te keuren. Onverlet blijft dat de multiplier maar voor een beperkt aantal jaren geldt. Hij is bedoeld om culturele instellingen een steuntje in de rug te geven bij het zoeken naar meer financiering door private bronnen. De Geefwet is een uitvloeisel van de bezuinigingen op de culturele sector die enkele jaren geleden werden afgesproken.

Inefficiënt

Of de multiplier ook het effect zal hebben dat het kabinet verwacht, blijft onzeker. Het is nooit onderzocht. Volgens Hemels gaan burgers "niet geven omdat de overheid dat in een wet zet, zeker niet als die overheid zich tegelijkertijd terugtrekt". Hemels' promotieonderzoek uit 2005 handelde over de inzet van belastingsubsidies voor kunst en cultuur. "Principieel is de multiplier een inefficiënte vorm van overheidssteun. Ik had liever het matching-principe gezien: op een gift van 1000 euro legt de overheid dan bijvoorbeeld 250 euro bij. Dan komt het voordeel volledig bij de culturele instelling terecht." Met de multiplier komt het voordeel bij de schenker terecht, die in geval hij in het hoogste IB-tarief valt op een gift van 1000 euro 650 euro belastingvoordeel geniet. Hemels "De gever betaalt 350 euro, de rest wordt afgewenteld op andere belastingbetalers." De hoop is dat donoren door de multiplier meer geven, maar als zij dat niet doen, schieten culturele instellingen er niets mee op.

Stormloop

De effectiviteit van de multiplier kan op zijn vroegst volgend jaar worden vastgesteld. In de IB- en VPB-aangifte over 2012 kan al een beroep gedaan worden op de multiplier, maar vanwege de geringe aandacht die het onderwerp tot nu toe kreeg, verwacht Hemels niet bepaald een stormloop. Als het aan de culturele sector ligt, moet dat bij de IB- en VPB-aangifte over 2013 anders zijn. De campagnes van culturele instellingen zullen daarom ook op fiscale adviseurs gericht zijn, veronderstelt zij. "Niet dat verwacht wordt dat belastingadviseurs hun cliënten zullen overhalen aan culturele instellingen te geven, maar het is uiteraard van belang dat zij op de hoogte zijn van de mogelijkheden."

Bron: Redactie TaxLive

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting

0

Gerelateerde artikelen