Moet een goudenhanddrukstamrecht bij echtscheiding worden gedeeld? Het hof in Den Haag oordeelt dat slechts de tijdens het bestaan van de huwelijksgemeenschap ontvangen uitkeringen uit het stamrecht gedeeld moeten worden.
De zaak gaat als volgt. Man en vrouw trouwen in 1998 in gemeenschap van goederen. Op 1 april 2004 verliest de man zijn baan en ontvangt een gouden handdruk waarvoor hij een stamrecht bedingt bij zijn eigen Stamrecht BV.
Vanaf 2006 tot en met november 2008 ontvangt de man van zijn Stamrecht BV uitkeringen. Daarna vindt hij weer werk en laat de uitkeringen stopzetten. Vanaf 2010 belandt hij in de WW en geniet opnieuw uitkeringen uit zijn stamrecht BV. Op 18 juli 2012 wordt het echtscheidingsverzoek bij de rechtbank ingediend.
De vrouw eist deling van het gehele stamrecht. De man weigert dat en stelt dat het stamrecht niet in de gemeenschap van goederen valt omdat het aan hem verknocht is.
Het hof constateert dat de schadeloosstelling betrekking heeft op het verlies van toekomstig arbeidsinkomen. De tijdens het bestaan van de huwelijksgemeenschap ontvangen uitkeringen uit het stamrecht vallen in die gemeenschap; de ná ontbinding van de gemeenschap ontvangen uitkeringen zijn verknocht aan de echtgenoot die het stamrecht heeft bedongen. De vrouw kan op
die uitkeringen geen aanspraak maken.
Belang voor de praktijk
De vraag of een gouden handdruk bij echtscheiding moet worden gedeeld is in de rechtspraak verschillend beantwoord. Het blijkt verschil te maken of de gouden handdruk in contanten is genoten dan wel of er sprake is van een uitkerend stamrecht. De jurisprudentie is samengevat in het volgende schema:
Gouden handdruk
|
Genoten tijdens huwelijksgemeenschap
|
Genoten ná ontbinding huwelijksgemeenschap
|
In contanten |
Bedrag valt in de gemeenschap van goederen en moet gedeeld
|
Valt buiten de gemeenschap van
goederen
|
Stamrecht (nog geen uitkeringen)
|
Stamrecht valt helemaal in de gemeenschap van goederen en moet gedeeld
|
Stamrecht valt buiten de gemeenschap van goederen
|
Uitkerend stamrecht
|
Uitkeringen vallen in de gemeenschap van goederen
|
Uitkeringen vallen buiten de gemeenschap van goederen
|
De uitkomst in deze procedure is dat de man de ná ontbinding van de gemeenschap ontvangen uitkeringen niet hoeft te delen. In dit kader is het in 2012 gewijzigde huwelijksvermogensrecht van belang. De huwelijksgemeenschap eindigt niet pas op het moment van inschrijving van de in kracht van gewijsde gegane echtscheidingsbeschikking, maar eerder: op het moment dat een echtgenoot het (eenzijdig) echtscheidingsverzoek indient bij de rechtbank.
Bron: Fiscaal-Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden
14