Op 3 november jl. heeft Minister Hoekstra van Financiën de Tweede Kamer de zogenoemde startnota van het kabinet Rutte III gestuurd. Deze nota bevat de vertaling en de toelichting op de financiële afspraken uit het Regeerakkoord.
De activiteiten van sportverenigingen aan hun leden vallen in beginsel onder de btw-sportvrijstelling. Ondernemers, zoals gemeenten, die gelegenheid tot sport bieden aan niet-leden, aan bijvoorbeeld een sportvereniging, vallen niet binnen deze vrijstelling. Het gelegenheid geven tot sportbeoefening is belast tegen het verlaagde btw-tarief van thans 6%. Doordat sprake is van een btw-belaste prestatie heeft de ondernemer recht op aftrek van btw. Dat is voordelig omdat op inkopen en investeringen met betrekking tot sportaccommodaties vaak 21% btw drukt. De ondernemer heeft dus aftrek van 21% btw, terwijl hij maar 6% btw is verschuldigd. Omdat bij gemeenten exploitatie van sportaccommodaties vaak niet kostendekkend is, is de toepassing van het regime voor gelegenheid geven tot sportbeoefening nog eens extra interessant. Gemeenten bevinden zich dan ook vaak in een structurele btw-teruggaafpositie.
 
Zoals uit de nota blijkt, zal de btw-sportvrijstelling in 2019 aangepast worden naar aanleiding van Europese jurisprudentie. Hierbij zal de vrijstelling worden uitgebreid en ook van toepassing zijn op sportprestaties die aan niet-leden door niet-winstbeogende organisaties worden verricht. Het moeten toepassen van de vrijstelling pakt vanwege het verlies van het recht op aftrek van btw financieel ongunstig uit voor gemeenten. In de nota spreekt de Minister over een opbrengst van € 241 miljoen.
 
Voor gemeenten en sportbedrijven leidt het toepassen van de vrijstelling tot een financieel nadeel van dezelfde omvang. Gemeenten en sportbedrijven zullen voor het hiermee gepaard gaande financiële nadeel worden gecompenseerd. Hoe de compensatie gaat plaatsvinden en of deze eenmalig is, is nog onduidelijk.
 
Voor gemeenten en sportbedrijven bestaan er echter mogelijke alternatieven voor de toepassing van de vrijstelling en om toch te (blijven) profiteren van het verlaagde btw-tarief.
 
 

Bron: Deloitte

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Omzetbelasting

5

Gerelateerde artikelen