De Hoge Raad over het heffingsrecht bij ontslagvergoedingen
- de verdeling van het heffingsrecht over het gewone loon in de referentieperiode.
- in welk land de kosten van de ontslagvergoeding vallen.
- Een ontslagvergoeding is onbelast als de vergoeding bijvoorbeeld dient ter dekking van door de werknemer geleden immateriële schade.
- Een vergoeding ziet op verrichte werkzaamheden. Daarom is het van belang welk land mocht heffen over het loon van de werknemer tijdens de werkzaamheden.
- Als de vergoeding ziet op een gemiste arbeidsbeloning voor in een bepaalde periode verrichte werkzaamheden, mag het land dat heffingsbevoegd was tijdens deze periode heffen over dit deel van de vergoeding.
- In het geval van vergoeding ter overbrugging tot aan de pensioneringsdatum is het pensioenartikel van toepassing. Normaliter is het woonland dan heffingsbevoegd.
Gewijzigd OESO-commentaar
- Een vergoeding die ziet op verrichte werkzaamheden: de periode waarin de werkzaamheden zijn verricht, is maatgevend voor de heffingsbevoegdheid over de ontslagvergoeding (dit punt is vergelijkbaar met punt 2 bij de Hoge Raad, hierboven).
- Een vergoeding voor niet opgenomen vakantiedagen en voor ziektedagen wordt normaliter gezien als een beloning voor werkzaamheden verricht in de laatste 12 maanden voorafgaand aan de datum uit dienst.
- Loondoorbetaling tijdens de opzegtermijn, waarbij de werknemer is vrijgesteld van werkzaamheden: bekeken wordt waar de werknemer normaliter zou hebben gewerkt, als het ontslag niet zou hebben plaatsgevonden. Dit fictieve werkland is dan heffingsbevoegd.
- Een ontslagvergoeding die voortvloeit uit wettelijke regels, of uit het arbeidscontract en die gebaseerd is op het arbeidsverleden van de werknemer: in dit geval wordt het heffingsrecht in principe toegewezen aan de landen waarin is gewerkt in de laatste 12 maanden voorafgaand aan de datum uit dienst.
- Een vergoeding van schade wegens onrechtmatig ontslag: deze vergoeding valt gewoonlijk onder het restartikel van het verdrag, waardoor het woonland heffingsbevoegd is. De Hoge Raad geeft aan dat een immateriële schadevergoeding wegens onrechtmatig ontslag in Nederland onbelast is. Als het heffingsrecht aan Nederland toekomt, zal bij dergelijke vergoedingen toch geen heffing plaatsvinden.
- Een vergoeding om geen werkzaamheden te verrichten voor een concurrent van de werkgever: het heffingsrecht wordt doorgaans toegewezen aan het woonland.
- Een vergoeding in verband met pensioenpremies: voor de verdeling van het heffingsrecht wordt als hoofdregel aansluiting gezocht bij het pensioenartikel (art. 18) van het OESO-modelverdrag.
- Een vergoeding in het kader van een regeling voor uitgestelde vergoedingen: de periode waarin de vergoeding is opgebouwd, is maatgevend voor de heffingsbevoegdheid.
- Een vergoeding voor het voortzetten van de ziektekostenverzekering en voor de kosten van outplacement: de vergoeding wordt toegerekend aan het land waarin werd gewerkt ten tijde van het ontslag.
- Een vergoeding wegens het verlies van toekomstige inkomsten door letsel of arbeidsongeschiktheid voortvloeiende uit de dienstbetrekking: het woonland is heffingsbevoegd als de schadevergoeding voortvloeit uit de wet. Als de vergoeding voortvloeit uit het arbeidscontract wordt deze in principe ter heffing toegewezen aan de landen waarin is gewerkt in de laatste 12 maanden voorafgaand aan de datum uit dienst.
- Een vergoeding wegens verlies van in de toekomst te behalen commissiegelden: als de werknemer al recht had op de commissie, is de vergoeding aan te merken als vergoeding voor verrichte diensten en sluit de verdeling van het heffingsrecht daarbij aan.
Bron: Deloitte
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Internationaal belastingrecht