Een betaalde premie voor verkoopopties is niet aftrekbaar als u de aanmerkelijkbelangaandelen uiteindelijk niet verkoopt.

Over koop- en verkoopopties

Voor een DGA zijn ruwweg twee soorten opties van belang:
  • Als de DGA een koopoptie schrijft, geeft de DGA aan de houder van die optie het recht om zijn aandelen op een bepaald moment (of binnen een bepaald tijdvak) voor een vooraf bepaalde prijs te kopen. De optiehouder betaalt de DGA een premie voor dit recht.
  • Als de DGA een verkoopoptie verwerft, geeft hem dat het recht om zijn aandelen op een bepaald moment (of binnen een bepaald tijdvak) voor een vooraf bepaalde prijs te verkopen. Voor dat recht betaalt de DGA een premie aan degene die de optie heeft verleend.
Recent heeft de Hoge Raad een uitspraak gedaan over de fiscale behandeling van de door een DGA betaalde verkoopoptiepremie. Het gaat om een situatie waarin de DGA de optie uiteindelijk niet uitoefent, en dus zijn aandelen niet op de gestelde tijd verkoopt tegen de vooraf vastgestelde prijs.

Verkoopopties op ab-aandelen

Een DGA heeft in 2000 aandelen verworven die onder de aanmerkelijkbelangregeling in de inkomstenbelasting vallen. In de jaren daarna, in 2001 en 2002, verwerft hij verkoopopties op dit pakket aandelen en betaalt hij een optiepremie van ongeveer € 15 mln. Deze opties worden echter niet uitgeoefend.
 
In 2004 vervreemdt de DGA alsnog een groot deel van zijn aandelenbelang. In geschil is in deze zaak of hij de in 2001 en 2002 betaalde optiepremie in mindering mag brengen op het voordeel dat hij met de latere verkoop van de aandelen heeft gerealiseerd.

Aftrek alleen op uitgeoefende verkoopopties

Hof Amsterdam is van mening dat de DGA de door hem betaalde optiepremie niet in mindering mag brengen op het door hem behaalde voordeel bij de verkoop van de aandelen in 2004. Volgens het Hof blijkt zowel uit de wettekst als uit de wetsgeschiedenis dat de wetgever de aftrek van de verkoopoptiepremie alleen toestaat als de betreffende opties ook daadwerkelijk zijn uitgeoefend. De optiepremie komt in zulke gevallen in mindering op het vervreemdingsvoordeel. Aftrek is in andere gevallen niet toegestaan.
 
De Hoge Raad heeft inmiddels het oordeel van Hof Amsterdam bevestigd. De DGA wil met een beroep op het gelijkheidsbeginsel een gelijke fiscale behandeling afdwingen van koopopties en verkoopopties die betrekking hebben op aanmerkelijkbelangaandelen. Voor de Hoge Raad zijn de  argumenten van de DGA echter onvoldoende om de wettekst en wetsgeschiedenis, die heel duidelijk zijn over het beoogde doel van de wetgever, dan maar opzij te zetten. De Hoge Raad geeft tot slot nog aan dat de optiepremie ook niet als kosten van reguliere voordelen uit aanmerkelijk belang in aanmerking mogen worden genomen.
 

Bron: Deloitte

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Inkomstenbelasting

0

Gerelateerde artikelen