Volgens de Hoge Raad heeft het Hof zijn uitspraak over de vraag of bijtelling moet plaatsvinden voor een auto die aan een zieke dga ter beschikking is gesteld, onvoldoende gemotiveerd

Bijtelling voor privégebruik auto

Als een werkgever een auto ter beschikking stelt aan een werknemer, wordt aangenomen dat de werknemer in kwestie de auto ook voor privédoeleinden mag en zal gebruiken. Daarom moet een percentage van de cataloguswaarde van de auto als loon in aanmerking worden genomen.
 
Wordt de auto voor niet meer dan 500 kilometer per jaar privé gebruikt, dan wordt de auto geacht niet voor privédoeleinden ter beschikking te zijn gesteld. In dat geval mag de werkgever de bijtelling achterwege laten.

Geen privégebruik door de dga?

Aan een dga was een auto ter beschikking gesteld die volgens de dga zelf niet geschikt was om voor privédoeleinden te gebruiken. Als redenen gaf de dga op dat de auto hiervoor te vuil was, en dat de passagiersstoel te erg beschadigd was. Bovendien ontbrak de achterbank en was er een tussenschot achter de voorstoelen geplaatst met het oog op het vervoer van zware materialen. De auto bleef buiten werktijd bij het bedrijf geparkeerd staan en stond overdag aan elke werknemer ter beschikking. De dga zelf was ziek en verrichtte alleen administratieve werkzaamheden.
 
Volgens Hof Den Haag was de staat waarin de auto verkeerde, onvoldoende om te concluderen dat de auto niet ter beschikking was gesteld. Maar omdat de fysieke gesteldheid van de dga het autorijden vrijwel onmogelijk maakte, was bijtelling volgens het Hof toch niet nodig. Bovendien vond het Hof dat de inspecteur het argument, dat de auto niet voor privédoeleinden te gebruiken was doordat de achterbank ontbrak, niet voldoende weersproken.

Niet meer dan 500 kilometer?

Volgens de Hoge Raad heeft het Hof zijn uitspraak niet voldoende gemotiveerd.
  • Het Hof heeft namelijk niet vastgesteld of de auto voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden is gebruikt (en dus moet aangenomen worden dat dat wel het geval is).
  • Verder heeft de Hoge Raad gesteld dat ook het privégebruik door andere werknemers van belang is, maar dit gebruik is bij het oordeel van het Hof niet ter sprake gekomen.
De Hoge Raad verwijst de zaak naar Hof Amsterdam voor verdere behandeling en beslissing.
 
De Hoge Raad lijkt vooral de centrale vraag voor de bijtelling in het oog te houden, namelijk: is de auto wel of niet voor meer dan 500 kilometer ingezet voor privédoeleinden? Het Hof daarentegen heeft zich vooral gericht op omstandigheden die het meer of minder aannemelijk maken dat de auto door de dga voor privédoeleinden heeft gebruikt. In deze benadering is de Hoge Raad niet meegegaan.
 
 

Bron: Deloitte

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Loonbelasting

4

Gerelateerde artikelen