Nog eens 1800 ouders zijn mogelijk ten onrechte door de afdeling Toeslagen van de Belastingdienst bestempeld als fraudeur. Zij moeten worden gecompenseerd als ze hierdoor in de financiële problemen zijn gekomen, concludeert de commissie onder leiding van oud-minister Piet Hein Donner.
Zo'n driehonderd ouders kregen rond de jaarwisseling compensatie omdat zijn ten onrechte van fraude waren beticht en hun kinderopvangtoeslag was afgepakt. De commissie onderzocht of er naast dat dossier (CAF-11) ook andere soortgelijke zaken zijn waarvoor ouders gecompenseerd moeten worden. "Dat blijkt inderdaad het geval", aldus Donner. Hij adviseert "dezelfde compensatie" als aan ouders in de CAF-11-zaak is verstrekt.
Het gaat in ieder geval om 22 soortgelijke zaken met ongeveer 1800 betrokken ouders die "waarschijnlijk of mogelijk vergelijkbaar zijn" met CAF-11. Er moet verder onderzocht worden in hoeverre ouders in deze dossiers "daadwerkelijk vooringenomen zijn behandeld". Zij komen in aanmerking voor een compensatieregeling. De zaken speelden tussen 2014 en 2016, in een tijd waarin "fraudebestrijding voorop stond".
Ook gevallen van ouders die buiten deze dossiers vallen, maar die "onderdeel zijn geweest van een groepsgewijze aanpak", moeten verder worden onderzocht.
Donner en de accountants van het Rijk doken in de toeslagenaffaire die de afgelopen jaren aan het licht is gekomen. Deze affaire kostte voormalig staatssecretaris Menno Snel uiteindelijk de kop. Een van zijn opvolgers, Alexandra van Huffelen (Toeslagen) nam het rapport van de commissie donderdag in ontvangst.
Bron: ANP
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet