Het vakantiegeld valt dit jaar voor de mensen die gemiddeld drie keer meer verdienen dan modaal fors lager uit, berekende loonstrookjesverwerker ADP. Dat komt door aangepaste belastingtarieven. Mensen die het minimumloon verdienen gaan er wel iets op vooruit.
De groep met een inkomen van drie keer modaal levert in vergelijking met vorig jaar het meeste vakantiegeld in. Deze groep krijgt maar liefst 487 euro minder. Dat komt door de veranderde afbouw van de arbeidskorting, waardoor deze groep 6 procent meer belasting moet betalen dan vorig jaar. Daar staat tegenover dat deze werknemers met ingang van dit jaar maandelijks wel meer profiteren van de arbeidskorting, maar deze netto stijging van 37 euro per maand wordt door flink lager vakantiegeld tenietgedaan.
In vergelijking met vorig jaar kunnen mensen met een modaal inkomen op een paar euro vakantiegeld minder rekenen. Mensen met een minimumloon en mensen met een parttime-inkomen tot aan het minimumloon gaan er met 15 euro extra vakantiegeld juist op vooruit.
ADP denkt dat het uitbetalen van vakantiegeld nog lastig kan worden bij werkgevers die ondanks de steunmaatregelen van de overheid in financiële problemen dreigen te komen. Een eventuele verlaging van het loon als gevolg van de coronacrisis werkt volgens ADP door naar het vakantiegeld. Werkgevers zijn in ieder geval wettelijk verplicht het vakantiegeld uiterlijk in juni uit te keren.
ADP stelt verder dat in het geval van financiële problemen van een werknemer het vakantiegeld naar de deurwaarder moet als sprake is van loonbeslag. Dat is het opeisen van de inkomsten van iemand met schulden. Vakantiegeld valt ook onder het loonbeslag. Wel heeft de werknemer recht op een beslagvrije voet, een minimumbedrag dat moet overblijven om in het basislevensonderhoud te voorzien. Omdat daar in het reguliere loon vaak al rekening mee wordt gehouden, wijst de loonstrookjesverwerker erop dat het gehele vakantiegeld opgeëist kan worden.
Bron: ADP
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Salarisadministratie, Employee benefits, Inkomstenbelasting