Het onderwerp belastingontduiking- en ontwijking is aan de orde van de dag. Multinationals dragen niet genoeg belasting af en landen beconcurreren elkaar met belastingtarieven en andere incentives voor een zo gunstig mogelijk vestigingsklimaat. Ondertussen wordt de maatschappelijke roep om een integer en adequaat functionerend winstbelastingstelsel steeds groter. In zijn inaugurele rede breekt Maarten de Wilde daarom een lans voor een nieuw heffingsmodel. "Doorbreek de impasse, stop het pappen en nathouden van het huidige systeem en kies als Europa voor competitie in plaats van harmonisatie,” luidt zijn advies. 

Krakend winstbelastingsysteem

Het huidige stelsel voor de belastingheffing van ondernemingswinsten kraakt in zijn voegen. Het probleem start bij de sterk verouderde winstbelastingsystemen van landen. Deze systemen stammen nog uit de jaren 20 van de vorige eeuw toen de economische activiteiten van bedrijven zich nog concentreerden op bulkhandel langs wereldhandelsprijzen en op ‘brick-and-mortar’ gerichte lokale fysieke aanwezigheid van productiefactoren, dichtbij de klant. Maar die economische werkelijkheid van toen is allang niet meer de globaliserende, marktliberaliserende en digitaliserende werkelijkheid van nu. Door alle ontwikkelingen is nog slechts een geringe of helemaal geen fysieke aanwezigheid in een land meer nodig om de afzetmarkt daar te kunnen bedienen.

Problemen

Het vasthouden aan winstbelastingstelsels die nog steeds gebaseerd zijn op de economie van 100 jaar geleden, is dus vragen om problemen. Dat legt De Wilde (hoogleraar Internationaal en Europees Belastingrecht, opleidingsdirecteur van de Bacheloropleiding Fiscaal recht en voorzitter van de sectie Belastingrecht aan de Erasmus Universiteit) uit. "Arbitraire heffing, belastingconcurrentie, grondslaguitholling, winstverschuivingen, investeringslocatieverstoringen en verminderde belastingopbrengsten; het zijn allemaal gevolgen van het gebrekkige systeemontwerp dat met pappen en nathouden in stand wordt gehouden. Illustratief zijn de anti-BEPS-maatregelen die wel de symptomen bestrijden, maar niet de oorzaak wegnemen van een inmiddels falend model. Landen stapelen, ter bestrijding van agressieve taxplanning, antimisbruikmaatregel op antimisbruikmaatregel en, voor het aanjagen van belastingconcurrentie, belastingsubsidie op belastingsubsidie. Dat alles zonder het onderliggende sterk verouderende winstbelastingsysteem aan te pakken en eigenlijk ook zonder echt scherp te hebben wat nu precies wordt verstaan onder agressieve taxplanning en oneerlijke concurrentie.”

Impasse

De anti-BEPS-maatregelen gaan in feite niet ver genoeg en leiden tot rechtsonzekerheid voor bedrijven. Tegelijkertijd gaan de meest systemische hervormingsvoorstellen van de Europese Commissie, zoals de CCCTB en het GLOBE-/BEPS 2.0-voorstel juist te ver, want deze ondermijnen de fiscale autonomie van landen. Volgens De Wilde is dit de impasse waar we nu inzitten. Ondertussen blijft het maatschappelijk ongenoegen bestaan. “Die impasse is te doorbreken,” aldus De Wilde, “maar dat vergt een drastische ommezwaai van het huidige heffingsmodel.”

Terug naar de basis

Met al het oplappen en het opstapelen sluipt willekeur het belastingsysteem in. Bovendien loop je, met de discussie rond herverdeling van de belastinggrondslag en minimale tarieven, het risico dat landen zich gaan positioneren op punten die voor hen het beste uitkomen met als ongewenst neveneffect dubbele belastingheffing voor bedrijven. En een eventueel EU-minimumbelastingtarief beperkt de ruimte voor landen om naar eigen inzicht hun fiscale beleid vorm te geven. Volgens De Wilde is de combinatie van deze drie ontwikkelingen geen goede zaak. “Het is hoog tijd terug te gaan naar de basis om zo te komen tot een nieuw integer en adequaat functionerend belastingstelsel. Dat vereist een winstbelastingmodel dat gelijke gevallen gelijk behandelt, dat zekerheid biedt over het rechtsgevolg en dat overzichtelijk, duidelijk en vooral neutraal opereert, dus met zo min mogelijk verstorende effecten op bedrijfseconomische processen.”

Nieuw heffingsmodel

De Wilde heeft precies voor ogen hoe dit nieuwe heffingsmodel eruit moet gaan zien. “Pak de voorliggende CC(C)TB-voorstellen en vorm deze om tot een belasting die de mondiale economische winsten van de multinational in de heffing betrekt en over landen verdeelt op basis van een bestemmingslandgeoriënteerde omzetsleutel. Daarbij kunnen EU-lidstaten nog steeds zelf het tarief vaststellen over de aan hen toebedeelde belastinggrondslag en zo hun autonomie herwinnen of behouden. Dit nieuwe ‘CCCTB 2.0’-model maakt een einde aan de fiscale beïnvloeding van financierings- en investeringsvoortgangsbeslissingen en van investeringslocatiebeslissingen. De multinationale onderneming kan zijn afzetlocaties (bestemmingslanden) namelijk niet sturen. Daarmee is de grondslagallocatie door de multinational dan ook niet te beïnvloeden.”

Harmonisatie door competitie

Het invoeren van een nieuw heffingsmodel is geen onhaalbare kaart, weet De Wilde, en het bijbehorende sneeuwbaleffect is groot. “Dit proces heeft zich al afgespeeld in de VS tussen de Amerikaanse staten. Een van de staten voerde een nieuwe verdeelsleutel in voor het subnationale winstbelastingsysteem en toen deze staat ging, moest de rest wel mee. Er is dus haast geboden. Voert Europa als eerste een op bestemmingslandgeoriënteerde overwinstbelasting (het ‘CCCTB 2.0’-model) in, dan brengt dit een transitie op gang die uiteindelijk zal leiden tot een nieuw mondiaal fiscaal evenwicht. Harmonisatie dus door competitie, want tot dit evenwicht is bereikt plukt Europa als initiator van een nieuw winstbelastingstelsel de vruchten.“

Bron: Redacteur Marit Muller

Informatiesoort: Nieuws, Interviews

Rubriek: Europees belastingrecht

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

4

Gerelateerde artikelen