Hof Amsterdam oordeelt dat Nederland heffingsbevoegd is over uit Duitsland afkomstig pensioen. Nederland hoeft geen tegemoetkoming te verlenen ter voorkoming van dubbele belastingheffing.

De zaak verloopt als volgt. Een man woont in 2017 in Nederland. Hij ontvangt een Duits pensioen. Volgens de man moet Nederland een tegemoetkoming verlenen ter voorkoming van dubbele belastingheffing. Hij stelt namelijk dat hij uit Duitsland een netto pensioen ontvangt. De Duitse pensioenuitvoerder zou hier al Duitse belasting op hebben ingehouden.

Volgens de inspecteur hoeft Nederland geen tegemoetkoming te verlenen. Hof Amsterdam is het met de inspecteur eens. Het tussen Nederland en Duitsland gesloten belastingverdrag bepaalt dat Nederland exclusief heffingsbevoegd is als de pensioenuitkering minder bedraagt dan € 15.000. Dat is hier het geval. De man heeft voorts ook niet aangetoond dat er in Duitsland daadwerkelijk belasting is geheven over zijn pensioeninkomen.

Belang voor de praktijk

Op grond van art. 17 lid 1 Belastingverdrag Nederland-Duitsland 2012 geldt er een woonstaatheffing voor particuliere pensioenen en lijfrenten. Op grond van art. 17 lid 2 van dat belastingverdrag is ook de bronstaat heffingsbevoegd over periodieke pensioenen, lijfrenten en socialezekerheidsuitkeringen als het totale bedrag van deze uitkeringen meer bedraagt dan € 15.000. Er geldt bovendien geen keuze het Duitse pensioen in Duitsland te laten belasten (lees Hof Arnhem-Leeuwarden 26 mei 2020, ECLI:NL:GHARL:2020:4173).

Het kan voorkomen dat een Duits pensioen door internationale waardeoverdracht terecht komt bij bijvoorbeeld een Nederlandse pensioenuitvoerder. De mogelijke Duitse bronstaatheffing blijft in dat geval in stand. Het pensioen wordt dan dus nog steeds gezien als een Duits pensioen, ook al ligt de uitvoering inmiddels in Nederland (art. 17 lid 5 Belastingverdrag).

Met ingang van 2023 bestaat de mogelijkheid bij pensioen- of lijfrente-ingang maximaal 10% van het pensioen- of lijfrentekapitaal in een bedrag ineens te laten uitkeren. In internationaal verband is het oppassen geblazen. De bronstaat (Nederland) is in dat geval te allen tijde ook heffingsbevoegd. Dat geldt overigens ook voor andere eenmalige uitkeringen (afkoopsommen) van lijfrenten en pensioen (art. 17 lid 3 Belastingverdrag).

Bron: Legal and Compliance Nationale Nederlanden

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Pensioenen, Inkomstenbelasting, Internationaal belastingrecht

135

Gerelateerde artikelen