Zonder instemming van de werkgever kan een werknemer niet in twee lidstaten werken: de socialeverzekeringswetgeving van het woonland is dan niet van toepassing. Dat beslist de Centrale Raad van Beroep (CRvB).
Een Duitse werknemer werkt voor een Duitse werkgever drie dagen per week op kantoor in Duitsland en twee dagen in de week vanuit huis in Duitsland. De werknemer verhuist na verloop van tijd naar Nederland. De werknemer vraagt vervolgens een A1-verklaring aan bij de Nederlandse SVB, hetgeen de SVB honoreert.
De Duitse werkgever wordt hiervan op de hoogte gesteld maar maakt bezwaar bij de SVB omdat de Duitse werkgever niet wil dat de Nederlandse socialeverzekeringswetgeving van toepassing wordt omdat de werknemer twee dagen per week thuis in Nederland werkt.
De CRvB oordeelt over de vaststelling van de toepasselijke socialezekerheidswetgeving en vindt dat het fysieke thuiswerken op twee dagen in de week er niet toe leidt dat de toepasselijke wetgeving op basis van de Europese socialezekerheidsverordening wijzigt.
De raad komt tot dit oordeel op basis van Europese jurisprudentie. In de arbeidsovereenkomst van de werknemer is namelijk niets opgenomen over thuiswerken of werken in een andere lidstaat. Er is dus geen sprake is van bewuste instemming door de werkgever voor het thuiswerken. Wanneer werken in twee lidstaten binnen de onderneming gebruikelijk is, kan bewuste instemming eerder aannemelijk worden geacht. Wanneer dat niet het geval is, is er geen sprake van het werken in twee lidstaten.
Voor de werknemer blijft Duitsland dus het werkland en blijft de Duitse socialezekerheidswetgeving op de werknemer van toepassing.
De uitspraak heeft nummer ECLI:NL:CRVB:2023:2466.
Bron: CRvB/AWVN
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Internationale sociale zekerheid