Gribnau reageert onder meer op de voorstellen van de VHMF voor voldoening op aangifte in de IB en de Vpb. Maar ook in het wetsvoorstel voor de Wet vereenvoudiging formeel verkeer Belastingdient van staatssecretaris Weekers zegt Gribnau "te veel" elementen te zien die de rechtszekerheid van belastingplichtigen verminderen. "Het is dan vrij lang onduidelijk wat de belastingschuld precies is - die kan immers heel eenvoudig veranderd worden. Die onzekerheid doet het vertrouwen in de overheid geen goed."
U bent geen voorstander van voldoening op aangifte voor de IB?
"Bij aangiftebelastingen wordt ervan uitgegaan dat de belastingplichtige over een bepaalde fiscale deskundigheid beschikt, die het mogelijk maakt zelf de aangifte helemaal juist in te vullen. De Belastingdienst hoeft dan alleen achteraf te controleren, mocht daar behoefte aan zijn. Nu geldt voor de btw en de loonbelasting al dat bedrijven in negen van de tien gevallen een gespecialiseerde adviseur in de hand nemen voor deze aangiftes. Wat kun je dan verwachten van een gewone burger en zijn IB-aangifte? De IB is niet voor niks nu een aanslagbelasting, die is te complex voor de burger om zonder meer foutloos aangifte in te kunnen doen. Voor de Vpb zie ik wat dit betreft wat minder problemen: bedrijven maken daarvoor toch al gebruik van adviseurs. Toch zal ook hier enige verantwoordelijkheid bij de Belastingdienst moeten blijven rusten. Maar de burger de volledige verantwoordelijkheid geven voor zijn IB-aangifte, dat gaat mij echt te ver."
Voor de Belastingdienst zou het veel werk schelen, zo luidt een van de argumenten.
"Er worden nu her en der oplossingen aangedragen, maar volgens mij is niet eens duidelijk wat nu eigenlijk het probleem is. Wat gaat er nu precies mis in de werkprocessen van de Belastingdienst? Waar zitten de zogeheten inefficiënties? Afgezien daarvan: als het pleidooi om van de IB een aangiftebelasting te maken erop neerkomt dat de fiscus minder zorgvuldig hoeft te controleren, dan ben ik er sowieso geen voorstander van. Zo niet, dan zie ik de verbetering niet wat betreft efficiënter werken. Het enige verschil is dan dat er achteraf wordt gecontroleerd in plaats van in de loop van het aanslagtraject. Dan verschuif je alleen maar het capaciteitsprobleem."
Staatssecretaris Weekers wil voor de IB een herzieningstermijn en in de navordering verschillende termijnen voor belastingplichtingen die te goeder trouw zijn en zij die te kwader trouw zijn. Wat is uw mening daarover?
"Ik zie daarin geen verbeteringen ten opzichte van de huidige situatie. Beide elementen vergroten de onduidelijkheid in de communicatie met de overheid en de onzekerheid voor belastingplichtigen neemt toe. De herzieningstermijnen bijvoorbeeld gaan in vanaf het moment dat de belastingaangifte is ontvangen: dat is voor vrijwel elke aangifte weer een andere dag. Wil je dat, die individualisering? Wat betreft de navordering valt het meeste op dat de nieuwe termijn van 12 jaar ingaat tegen de huidige bewaarplicht die een termijn van 7 jaar betreft. Zo zijn er meer onderdelen die niet goed doordacht lijken te zijn. Bovendien wordt het gehele belastingtraject in deze voorstellen alleen maar weer complexer, en niet eenvoudiger."
Wat is het alternatief?
"Het alternatief is stoppen met het haastwerk. Ik zou willen pleiten voor een conferentie met alle belanghebbenden, waarbij de voorstellen voor verbeteringen in het formeel belastingrecht in een aantal rondes eens goed doorgesproken worden. Vier jaar geleden had toenmalig staatssecretaris De Jager ook plannen om de hele AWR op nieuwe leest te schoeien. Daar is toen niet veel van terechtgekomen, maar wel zijn er vanaf 1 januari 2010 in de navordering een aantal wijzigingen doorgevoerd. Die wijzigingen zouden nu weer teruggedraaid worden. Ik zie er weinig heil in om zo elke vier jaar weer opnieuw te beginnen. Dat geeft alleen maar onrust en onzekerheid en daar is niemand mee gediend."
Bron: Redactie TaxLive
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Belastingrecht algemeen