De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs heeft met belangstelling kennis genomen van het "Consultatiedocument implementatie ATAD1" en stuurt een eerste reactie op hoofdlijnen, vooruitlopend op een volledige en meer gedetailleerde reactie.
Dit Consultatie-document is bedoeld om de EU-richtlijn ter bestrijding van belastingontwijkingspraktijken (Anti Tax Avoidance Directive, hierna: ATAD) in te voeren in de Nederlandse wetgeving. Op 10 juli 2017 zijn geïnteresseerden uitgenodigd om te reageren op het Consultatie-document.
Als algemeen commentaar geldt dat het kabinet, zoals het zelf al aangeeft, nauwelijks wezenlijke keuzen maakt, maar die overlaat aan een volgend kabinet. In de gegeven omstandigheden is die keuze voor de Orde begrijpelijk. De consultatie zal naar onze inschatting dan ook een wezenlijk andere consultatiefunctie hebben dan in eerdere trajecten voor de wijziging van de vennootschapsbelasting (zoals bijvoorbeeld de recente aanpassing van artikel 10a en 15ad Wet op de vennootschapsbelasting (hierna: Wet Vpb)).
De drie vragen die het kabinet stelt, zien op de twee belangrijkste (en vermoedelijk meest controversiële) onderdelen van de ATAD implementatie, namelijk de rentemaatregel en de CFC-maatregel. Bij de rentemaatregel is een zeer belangrijke vraag wat de gevolgen zijn voor de bestaande maatregelen. Hoe strenger de nieuwe maatregel, hoe meer reden om bestaande aftrekbeperkingen, met name artikel 13l en 15ad Wet Vpb te schrappen (en artikel 20 lid 4 Wet Vpb, een verliescompensatiebeperking, die in de praktijk met name door aftrekbare rente veroorzaakte verliezen treft). In het Consultatie-document wordt het verband vooral met de tegenbewijsregelingen gelegd: óf een tegenbewijsregeling, óf het schrappen van bestaande aftrekbeperkingen. Er zou ook een verband met de hoogte van de franchise kunnen worden gelegd:in het Consultatie-document is die 3 miljoen euro, het maximaal toegestane bedrag.
De reactie is hieronder in de bijlage opgenomen.
Bron: NOB
4