Gemeenten laten weer grote verschillen zien bij de verhoging van de onroerendezaakbelasting (ozb). Dat concludeert de Vereniging Eigen Huis (VEH) na een steekproef naar de ontwikkeling van de gemeentelijke woonlasten bij 104 van de 388 gemeenten. In doorsnee stijgt de ozb volgend jaar met gemiddeld 1,7 procent.
Huiseigenaren in het Groningse Haren zijn van de onderzochte gemeenten het minste af. In de ,,toch al dure gemeente" stijgt de ozb volgend jaar met bijna 13 procent. Daardoor moet gemiddeld 478 euro belasting worden afgedragen, 55 euro meer dan een jaar eerder. De VEH noemt die stijging opmerkelijk, omdat in het gemeentelijke coalitieakkoord staat dat ,,alles op alles" wordt gezet om lastenverzwaringen voor inwoners te voorkomen.
Naast Haren zijn ook inwoners van de Brabantse gemeenten Cuijk en Roosendaal fors duurder uit. Hier gaat de ozb met respectievelijk 12 procent en 10 procent omhoog.
In 22 van de onderzochte gemeenten valt de ozb volgend jaar lager uit. De gemeente Boekel in Noord-Brabant is de sterkste daler in de lijst. Hier zijn huiseigenaren gemiddeld 9,1 procent minder kwijt aan de belasting.
De riool- en afvalstoffenheffing ligt met gemiddeld 213 euro en 241 euro volgend jaar vrijwel gelijk aan de gemiddelde heffingen van dit jaar. Ook hier zijn volgens de VEH enkele uitschieters. Kanttekening bij deze heffing is dat gemeenten het geld dat daarmee wordt opgehaald niet gebruikt mag worden voor andere doeleinden.
Bron: ANP
3