Eigenaren van miljoenenwoningen hebben de vaste lasten de afgelopen jaren sterk zien oplopen. Een eigenaar van een mediane miljoenenwoning is jaarlijks € 38.700 kwijt aan netto hypotheeklasten, onderhoudskosten, het eigenwoningforfait, gemeentelijke OZB-lasten, energielasten en verzekeringspremies. Dat blijkt uit onderzoek van databureau Calcasa.

Ter vergelijking: een eigenaar van een mediane niet-miljoenenwoning is 'slechts' € 14.000 op jaarbasis kwijt zoals uit onderstaande tabel blijkt:

Woning Niet-miljoenenwoning     Miljoenenwoning 
Woningwaarde 400.000 1.200.000
Netto eigenwoningforfait 900 3.300
Netto hypotheeklasten 3.800 11.500
Onderhoudskosten 3.900 15.300
Gemeentelijke OZB lasten     300 800
Energielasten 4.800 6.800
Verzekeringspremies 300 1.000
Totaal 14.100 38.700
Totaal percentage 3,5% 3,2%

 

'Villataks'

De stijgende huizenprijzen hebben ervoor gezorgd dat het aantal miljoenenwoningen in tien jaar tijd van 14.000 naar bijna 200.000 is gestegen. Veel eigenaren van een miljoenenwoning hebben deze echter in het verleden gekocht voor een waarde ver onder een miljoen euro.

Met de lusten komen ook steeds meer lasten. Het meeste pijn doet de zogenoemde villataks. Het eigenwoningforfait loopt op naargelang de waarde van de woning hoger wordt,
maar krijgt een echte impuls wanneer de WOZ-waarde boven de € 1.130.000 (2022) uitkomt, ook wel bekend als de 'villagrens'. Boven deze waarde stijgt het percentage van 0,45 procent naar 2,35 procent.

De villagrens is in 2023 gestegen naar een WOZ-waarde van € 1.200.000. Tot dit bedrag geldt een eigenwoningforfait van 0,35 procent. Voor woningen vanaf dit bedrag blijft in 2023 het eigenwoningforfait van 2,35 procent gelden.

Naast het hogere tarief van het eigenwoningforfait is het bedrag dat mag worden afgetrokken voor de hypotheekrente eveneens gemaximaliseerd. Dit heeft financieel negatieve gevolgen voor huiseigenaren die in de hoogste belastingschijf zitten. Daarnaast heeft ook de sterke stijging van de energiekosten in het afgelopen jaar ervoor gezorgd dat de vaste lasten relatief sterk zijn toegenomen.

1400 miljoenenwoningen op een kluitje

De stijging naar bijna 200.000 miljoenenwoningen betekent dat één op de 25 koopwoningen in Nederland een miljoenenwoning is. Amsterdam spant de kroon, met alleen al 578 miljoenenpanden aan de Keizersgracht. De meeste op een kluitje staan er in het Haagse Statenkwartier, waar 1400 woningen de magische grens zijn gepasseerd.

In minstens tien straten zijn zelfs alle huizen meer dan een miljoen waard, met als koploper de lommerrijke Konijnenlaan in Wassenaar. Daar is een stulpje gemiddeld € 3,3 miljoen waard.

Op gemeentelijk niveau is Amsterdam de gemeente met de meeste miljoenenwoningen in Nederland. In onze hoofdstad staan iets meer dan 20.000 woningen met een waarde van een miljoen of hoger. Den Haag volgt met bijna 11.000 miljoenenwoningen, gevolgd door Rotterdam, Utrecht en Gooise Meren die ieder net boven de 5.000 miljoenenwoningen hebben. Bloemendaal is de gemeente met procentueel de meeste miljoenenwoningen. Rond 54 procent van de woningen heeft een waarde boven het miljoen. 

OZB-tarief

De gemeentelijke verschillen in woonlasten kenmerken zich vooral door de verschillende OZB-tarieven tussen gemeenten. Amsterdam heeft bijvoorbeeld een relatief laag tarief met 0,04 procent, terwijl dit in andere gemeenten een stuk hoger kan zijn.

Zo hebben gemeenten met relatief veel miljoenenwoningen als Blaricum en Hillegom een tarief van rond de 0,10 procent. Een eigenaar van een miljoenwoning in Bloemendaal betaalt gemiddeld bijna € 1.400 aan onroerendzaakbelasting, terwijl in Amsterdam nog geen € 500 betaald hoeft te worden.

Een uitgebreid verslag van het onderzoek (pdf) staat op de website van Calcasa.

Bron: Calcasa

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Inkomstenbelasting, Belastingen van lagere overheden

Carrousel: Carrousel

710

Gerelateerde artikelen