De milieuministers van de EU-landen hebben na urenlange onderhandelingen een compromis gesloten over de CO2-uitstoot van nieuwe voertuigen die in 2030 op de weg komen. In 2030 moeten nieuwe auto's 35 procent minder CO2 uitstoten dan in 2021, en bestelwagens 30 procent.
De lidstaten waren tijdens overleg in Luxemburg zeer verdeeld over het ambitieniveau. Duitsland en zes Centraal-Europese landen wilden niet verdergaan dan het voorstel van de Europese Commissie van 30 procent. Nederland was met een fors aantal andere landen voorstander van minstens 40 procent. Volgens hen is de aanscherping van de normen nodig om de klimaatdoelen van Parijs te kunnen halen.
Het Europees Parlement legde de lat vorige week op 40 procent en gaat nu onderhandelen met de lidstaten over de uiteindelijke norm.
Staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Milieu) toonde zich achteraf met vijf collega's uit Ierland, Luxemburg, Zweden, Slovenië en Denemarken teleurgesteld over het resultaat. Zij hopen dat de doelstelling in de vervolgonderhandelingen wordt verhoogd.
Auto-industrie kritisch
De Europese auto-industrie is bezorgd over de gevolgen van nieuwe afspraken van de Europese Unie over de vermindering van CO2-uitstoot. Hoewel de nieuwe normen worden beschouwd als compromis, brengen de afspraken volgens autofabrikanten hun concurrentiepositie in gevaar.
De Europese autobranchevereniging ACEA noemt de afspraken ,,minder agressief dan de voorstellen van het Europees Parlement''. Niettemin vreest de sector negatieve gevolgen voor zijn concurrentiepositie, werknemers in de sector en consumenten.
De ACEA richt haar pijlen ook op het voorstel van het Europees Parlement om autofabrikanten quota op te leggen voor de verkoop van elektrische of bijna emissievrije voertuigen. Die auto's zouden in 2030 goed moeten zijn voor 35 procent van alle nieuw verkochte auto's en bestelbusjes, maar volgens de lobbygroep is dat niet haalbaar.
Bron: ANP
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Milieuheffingen