CCCTB
Met de op 25 oktober 2016 aangekondigde plannen (zie ook TaxVisions editie 4 november 2016) voor een ingrijpende hervorming van het vennootschapsbelastingstelsel binnen de EU, blaast de Europese Commissie nieuw leven in het voorstel voor een gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (Common, Consolidated Corporate Tax Base, CCCTB). De eerste stap zal een verplichte gemeenschappelijke belastinggrondslag zijn, oftewel CCTB. Consolidatie volgt later.
Wondermiddel
De Europese Commissie presenteert CCCTB als een wondermiddel. CCCTB zal volgens de Commissie resulteren in een verbetering van de eengemaakte markt voor het bedrijfsleven, zal belastingontwijking helpen tegengaan en zal de groei, werkgelegenheid en de investeringen in de EU ondersteunen.
Commotie
De praktijk denkt hier toch anders over. De herlancering van CCCTB valt niet goed, blijkt uit diverse reacties. Zo geeft VNO-NCW aan dat dit voorstel van EU-commissaris Moscovici op heel veel manieren de concurrentiepositie van de Europese Unie schaadt. De ondernemingsorganisatie wijst dan ook het plan van de Europese Commissie voor een Europese winstbelasting van de hand. Economen Willem Vermeend en Rick van der Ploeg waarschuwen in een column in de Telegraaf dat Brussel hiermee 'de baas wordt over onze winstbelasting'. Zij roepen kabinet Rutte 2 op om in 'Brussel te melden dat Nederland geen maatregelen zal accepteren die inbreuk maken op onze fiscale soevereiniteit.'
Soevereiniteit
Van den Hurk (hoogleraar International Tax Policy aan de Maastricht University en zelfstandig belastingadviseur) kan de oproep van Vermeend en Van der Ploeg alleen maar beamen. In een eerder artikel voor TaxLive over CCCTB waarschuwde hij al voor het verlies aan soevereiniteit. "Stemmen straks alle lidstaten in met een geharmoniseerd vennootschapsbelastingstelsel, dan is er geen weg meer terug. Nederland kan dan – door het unanimiteitscriterium – niet meer naar eigen inzicht de vennootschapsbelastinggrondslag aanpassen om het vestigingsklimaat te verbeteren of om in te grijpen als belastingontduiking/ontwijking dreigt. Het CCCTB-voorstel tast de soevereiniteit van lidstaten aan. Stemt men in met dit voorstel dan behoort nog slechts het Vpb-tarief zelf tot de nationale soevereiniteit."
Paard van Troje
"Met 'lokkertjes' als een superaftrek voor innovatie, tijdelijke verliescompensatie en een aftrek voor nieuw eigen vermogen, probeert de Europese Commissie het bedrijfsleven gunstig te stemmen zodat lidstaten zullen instemmen met de harmonisatie", aldus Van den Hurk, "maar men beseft niet dat men hiermee het paard van Troje binnenhaalt."
De superaftrek voor innovatie is volgens de hoogleraar eigenlijk een beetje raar, "aangezien deze alleen van toepassing wordt voor bedrijven met een omzet van minimaal € 750 miljoen. Het midden- en kleinbedrijf (vrij vertaald als alle bedrijven met een omzet van minder dan € 750 miljoen) – dat in Nederland toch vaak wordt gezien als de motor van de economie – heeft het nakijken. Zij kunnen alleen maar een gelijkwaardige innovatieaftrek krijgen, als lidstaten deze faciliteit in hun nationale wetgeving ook voor het mkb openstellen. Gebeurt dat niet dan krijg je een rare discriminatie tussen grootbedrijf en andersoortige bedrijven."
Van de tijdelijke verliescompensatie heeft staatssecretaris Wiebes van Financiën in een eerdere kabinetsreactie op het CCCTB-plan van de Europese Commissie al aangegeven dit niet te accepteren, aangezien Nederland in de positie kan komen om verliezen in aftrek toe te laten die niet als Nederlands regulier- of liquidatieverlies kunnen worden gekenmerkt. Van den Hurk is het hier mee eens. "De tijdelijke verliescompensatie is een goedmakertje voor bedrijven om de tussenfase (van CCTB naar CCCTB) te ondersteunen. Met zijn argumentatie geeft de staatssecretaris terecht een duidelijk signaal af. Belastingwetgeving moet consistent zijn en bij voorkeur vanuit een zekere systematiek verantwoord. Daarbij past een tijdelijke willekeurige verliesneming niet."
Aftrek ‘allowance for growth and investment'
Ook over de voorgestelde aftrek voor nieuw eigen vermogen – ter vermindering van de fiscale bevoordeling van vreemd boven eigen vermogen – is Van den Hurk niet te spreken. "Heel creatief gevonden van de Europese Commissie, maar laten we nu niet weer iets anders gaan doen. De EBITDA-maatregel uit de in juli aangenomen anti-BEPS-richtlijn (Anti Tax Avoidance Directive, ATAD) voorziet al in een renteaftrekbeperking om financiering met teveel vreemd vermogen tegen te gaan. Overigens gaat het bedrag waaronder alle rente kan worden afgetrokken onder de EBIDTA-maatregel ineens omhoog van € 3 miljoen naar € 5 miljoen. Welke gedachte hier achter zit, is me onduidelijk."
"Daar zou nu ook nog een soort aftrek van netto eigen vermogen bijkomen", aldus Van den Hurk. "Waar in Nederland op basis van artikel13l Wet Vpb 1969 de rente over de zogenoemde deelnemingsschuld niet aftrekbaar is, maakt dit nieuwe voorstel een fictieve rente over het verschil tussen het eigen vermogen verminderd met de waarde van de deelnemingen juist aftrekbaar. Ook dit lijkt me niets meer dan een gebaar naar het bedrijfsleven."
Van den Hurk vervolgt: "Bijzonder is dan wel dat als een bedrijf voldoende winstgevend is, de gehele rente op vreemd vermogen in aftrek gebracht kan worden en dan – omdat het eigen vermogen dan mogelijkerwijs ook relatief hoger is – nog een aanvullende extra aftrek op nieuw eigen vermogen. Een bedrijf dat met moeite het hoofd boven water weet te houden of dat net niet genoeg winstgevend is, ziet zijn renteaftrek beperkt worden en krijgt ook nog eens geen extra aftrek op nieuw eigen vermogen."
Onzalige verdeelsleutel
De verdeelsleutel, oftewel de vaste formule om de belastingopbrengst te verdelen over de lidstaten, zoals de Europese Commissie voorstelt, is volgens Van den Hurk een al even ‘onzalig idee'. Om ervoor te zorgen dat vennootschappen met mondiale inkomsten van meer dan € 750 miljoen per jaar worden belast waar zij hun winsten daadwerkelijk behalen, stelt de Commissie drie gelijkwegende factoren voor: de activa, het aantal werknemers (en werknemerskosten) en de verkoop die een vennootschap heeft in een bepaalde lidstaat.
Van den Hurk: "Die formule van loonsom, omzet en activa is een gemakkelijk meetbare en simpele oplossing, maar pakt onrechtvaardig uit voor met name kleinere landen als Nederland. OESO stelt, in tegenstelling tot de Europese Commissie, voor om bedrijven te belasten daar waar de waarde wordt gecreëerd. Dat is weliswaar een veel lastiger meetbaar systeem, maar wel rechtvaardiger. Door steeds opnieuw af te wijken van OESO-voorstellen, zet Europa zich buiten spel. Begrijp me goed: Ik ben niet tegen Europese harmonisatie als zodanig, maar een fiscale harmonisatie moet het sluitstuk zijn van een proces van totale harmonisatie (federalisatie) en niet het begin."
Slagingskans
Over de kans of dit alles aangenomen gaat worden, zucht Van den Hurk diep. "Het is weer verkiezingstijd. In Nederland heerst al geruime tijd het politiek correcte denken waarbij bepaalde zaken niet gezegd mogen worden. Naar mijn mening wordt het tijd dat Nederland duidelijk maakt aan de Europese Commissie dat het ‘nu genoeg is en dat wij niet meer meedoen aan dit spel'. Moscovici verdedigt de harmonisatieplannen met de mededeling dat de Panamapapers en de staatssteunzaken laten zien dat het bedrijfsleven weer in het gareel gebracht dient te worden, maar dat is een onjuiste voorstelling van zaken. Als de demagogie zegeviert in het Europese fiscale debat, zal iedereen het gaan merken. Niet alleen de dienstverleners aan de Zuidas maar ook de ‘blue collars' elders in Nederland want we worden dan gewoon te duur."
Bron: Redacteur Marit Muller
Informatiesoort: Nieuws