Rechtbank Amsterdam oordeelt dat de ex-partner van een dga moet meewerken aan het afstempelen van pensioen in eigen beheer en omzetting in een ODV.

De zaak (31 januari 2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:1755) verloopt als volgt. Een vrouw bezit alle aandelen in een BV. In deze BV bouwt zij pensioen in eigen beheer (PEB) op. De vrouw wil gebruikmaken van de mogelijkheid om het pensioen in eigen beheer af te stempelen en om te zetten in een oudedagsverplichting (ODV). Haar ex-partner weigert toestemming. De vrouw stapt naar de civiele rechter om medewerking van haar ex af te dwingen.

Rechtbank Amsterdam overweegt dat afstempeling van het PEB niet nadelig uitwerkt voor de man omdat hij meedeelt in de waardestijging van de aandelen als gevolg van het finale verrekenbeding. Daarnaast constateert de rechtbank dat zonder toestemming van de man de dividendklem blijft bestaan waardoor de afwikkeling van de echtscheiding wordt bemoeilijkt. Alles overziend luidt de conclusie dat de man in het kader van de eisen van redelijkheid en billijkheid en de eisen van de postrelationele solidariteit verplicht is om mee te werken aan het afstempelen van het PEB en het omzetten in een ODV.

Belang voor de praktijk

In artikel 38n, lid 4, Wet op de loonbelasting 1964 is geregeld dat afstempelen van PEB gevolgd door afkoop of omzetting in een ODV uitsluitend kan plaatsvinden met schriftelijke instemming van de partner of ex-partner die recht heeft op een deel van de pensioenaanspraak. Uit bovenstaande uitspraak blijkt dat de instemming van de (ex-)partner geen ongelimiteerd vetorecht behelst. De redelijkheid en billijkheid evenals de postrelationele solidariteit spelen bij de beoordeling een doorslaggevende rol.

Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Loonbelasting

2

Gerelateerde artikelen