- Verlaging van het vennootschapsbelastingtarief van 35% naar 21%.
- Eenmalige ‘transition tax' over de bij een buitenlandse dochtermaatschappij aanwezige niet-uitgekeerde winsten (‘earnings and profits' (E&P)) tegen een tarief van 15,5% voor liquide middelen en 8% voor de overige E&P.
- Aanscherping van de renteaftrekbeperking op interne en externe schulden tot 30% van het gecorrigeerde belastbare bedrag.
- Beperking van de mogelijkheid tot verliesverrekening tot maximaal 80% van het gecorrigeerde belastbare bedrag.
- 100% aftrek voor dividenden ontvangen van buitenlandse dochtervennootschappen waarin ten minste een belang van 10% wordt gehouden.
- Invoering van een minimale base erosion belasting (BEAT) in geval van bepaalde aftrekbare betalingen aan buitenlandse groepsvennootschappen.
- Invoering van een wereldwijde heffing over laag belast inkomen uit intellectueel eigendom buiten de VS (‘Global Intangible Low-Taxed Income' (GILTI)).
- Laag tarief voor inkomen uit intellectueel eigendom gehouden in de VS.
- Invoering anti-hybrid wetgeving, die de aftrek weigert van bepaalde betalingen aan groepsmaatschappijen (dubbele aftrek of aftrek en geen belastbaar inkomen).
Bron: EY
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Internationaal belastingrecht