De Staatssecretaris van Financiën heeft recentelijk een besluit gepubliceerd met daarin beleid voor de behandeling van bepaalde hybride geldverstrekkingen in de vennootschapsbelasting en in de dividendbelasting.
Kapitaal versus lening
De fiscale gevolgen van financiering met eigen vermogen (kapitaal) is anders dan die van vreemd vermogen (lening). Kort gezegd is de vergoeding op een lening (rente) fiscaal belast bij de crediteur en in beginsel fiscaal aftrekbaar bij de debiteur. De vergoeding op kapitaal (dividend) is niet aftrekbaar bij de kapitaalontvanger en wordt doorgaans vaak niet belast bij de kapitaalverstrekker door toepassing van de deelnemingsvrijstelling. In de vennootschapsbelasting wordt het onderscheid tussen lening en kapitaal in beginsel bepaald door de civielrechtelijke vorm. Soms is het is niet eenduidig wat de civielrechtelijke vorm is van een geldverstrekking. Een geldverstrekking met zowel kenmerken van een lening als ook van kapitaal wordt ook wel hybride geldverstrekking genoemd. De Staatssecretaris van Financiën heeft recentelijk een besluit gepubliceerd met daarin beleid voor de beoordeling van dergelijke zogenoemde hybride geldverstrekkingen.
Perpetuele geldverstrekking met schuldaansprakelijkheid
In het besluit wordt expliciet ingegaan op de perpetuele geldverstrekking (geld wordt permanent ter beschikking gesteld) met schuldaansprakelijkheid. Van schuldaansprakelijkheid is sprake wanneer de geldverstrekker op gelijke wijze als een aandeelhouder bij faillissement of ontbinding deelt in de verliezen van de vennootschap. Volgens de staatssecretaris moet deze vorm van geldverstrekking als kapitaal worden gekwalificeerd. De betaalde vergoeding op deze geldverstrekkingen is daarmee niet aftrekbaar. De staatssecretaris regelt ook dat de ontvangen vergoeding op deze geldverstrekking in de meeste gevallen niet belast zal zijn. Hij keurt onder voorwaarden goed dat als de belastingplichtige geld verstrekt in de vorm van een schuldaansprakelijke perpetual de deelnemingsvrijstelling van toepassing is. Daarnaast geeft de staatssecretaris aan dat geen dividendbelasting is verschuldigd over de vergoeding op de schuldaansprakelijke perpetuals.
Geldverstrekking met een vaste looptijd met schuldaansprakelijkheid bij voorafgaand faillissement of ontbinding
De staatssecretaris gaat in het besluit ook in op een geldverstrekking met een vaste looptijd met schuldaansprakelijkheid bij faillissement of ontbinding. Uitgangspunt van zijn beleid is dat het bestaan van een terugbetalingsverplichting voor de geldnemer een wezenlijk kenmerk is van de civielrechtelijke vorm van lening en dat een dergelijke verplichting naar haar aard voorrang heeft op de aanspraken van aandeelhouders. De staatssecretaris schetst in het besluit echter ook omstandigheden waarin door hem het (primaire) standpunt zal worden ingenomen dat alleen al vanwege de schuldaansprakelijkheid geen lening aanwezig kan worden geacht. Daarnaast is de staatssecretaris van mening dat schuldaansprakelijkheid onder omstandigheden kan leiden tot een zogenoemde deelnemerschapslening. Een dergelijke lening wordt fiscaal als kapitaal aangemerkt.
Het besluit treedt in werking op 9 september 2017, met terugwerkende kracht tot en met 29 augustus 2017.
Bron: EY
12