Blog van Jan-Bertram Rietveld: Het verschil tussen een vaste werknemer en een externe, een ZZP-er of, zo u wilt, een free-lancer is soms heel duidelijk, maar soms ook niet. Ik kwam er laatst één tegen die toegevoegd was aan de OR èn voorzitter was van de personeels-biljartvereniging. Tsja, is dat nog echt een externe?
Natuurlijk zijn daar regels over, maar die staan bol van de open normen. Van groot belang is de vraag of betrokkene onder "gezag" werkzaam is. Wat dat precies is? Daar kun je boeken over volschrijven.
En als betrokkene niet onder gezag werkt, maar een grote klus doet, moet nog nagegaan worden of hij wel echte ondernemer is. Wat dat is? Ook niet helder omlijnd, en dus voer voor discussie met de Belastingdienst.
Risico
Het risico dat je het als opdrachtgever van een ZZP-er niet goed doet, is niet alleen meer beperkt tot belasting- en premieheffing. Het arbeidsrecht hanteert op hoofdlijnen dezelfde criteria voor het onderscheid tussen werknemer en niet-werknemer.
Als de ZZP-er na einde opdracht vindt dat hij eigenlijk onder gezag werkte zal hij zomaar (al dan niet terecht) arbeidsrechtelijke bescherming kunnen inroepen, met discussies over loondoorbetaling en transitievergoeding.
En mogelijk zal hij zich daarna tot het UWV wenden met het verzoek om een uitkering. En dan zal de Belastingdienst –als verantwoordelijke dienst voor de heffing van werknemerspremies- vast vragen gaan stellen.
Verklaring Arbeidsrelatie
Rampspoed en ellende, die door de wetgever gelukkig is opgelost met een mooi systeem: de Verklaring Arbeidsrelatie.
Als de ZZP-er bij de Belastingdienst een papiertje aanvraagt, waarop staat dat hij ondernemer is (al dan niet via zijn BV), dan wordt dat hele systeem van inhouden en afdragen buiten werking gesteld: vrijwaring voor de opdrachtgever en vrijwaring betekent nachtrust.
Technisch niet helemaal verantwoord om te zeggen, maar in de praktijk blijkt dat het arbeidsrecht de VAR volgt, dus daar ook minder risico.
En dan komen we nu bij het onderwerp van deze blog: er ligt een wetsvoorstel –al bij de Eerste Kamer- om de VAR af te schaffen en weer terug te gaan naar de oude hoofdregels. Geen VAR meer, maar weer net als vroeger toetsen aan de open normen, met alle risico's van dien.
Beoordeling door de Belastingdienst
De Belastingdienst komt de opdrachtgever/werkgever wel tegemoet met modelovereenkomsten. Partijen kunnen de overeenkomst op basis waarvan zij willen gaan samenwerken voorleggen aan de Belastingdienst.
Als de inspecteur meent dat er sprake is van een echte overeenkomst van opdracht is (en dus niet van een dienstbetrekking), dan geeft hij vrijwaring, mits gewerkt wordt conform die overeenkomst. Daarnaast publiceert de Belastingdienst goedgekeurde overeenkomsten op zijn site.
De eerste ervaringen leren dat de Belastingdienst bij het beoordelen van de overeenkomsten echt oog heeft voor wat er in praktijk gebeurt. Positief.
Mijn zorg zit echter in de toekomst: die vrijwaring is voorwaardelijk. Er zal bij controles in de praktijk worden getoetst of de werkwijze ècht wel zo was, als op papier is voorgesteld. En zo'n controle kan dus ook uitgelokt worden als een opdrachtnemer na einde opdracht claimt, dat er niet gewerkt is volgens overeenkomst en een uitkering aanvraagt.
Misbruik tegengaan
De reden van afschaffing van de VAR is, dat er uit een steekproef zou zijn gebleken dat er nogal wat misbruik is: opdrachtnemers die feitelijk werkzaam zijn als werknemer, die toch een VAR hadden gekregen.
Als ik kijk naar het aanvraagformulier van de VAR geloof ik dat wel: er staan zelfs filmpjes op Youtube hoe het formulier zo in te vullen, dat je daadwerkelijk de gewenste VAR krijgt.
De oplossing om dit misbruik tegen te gaan, namelijk het afschaffen van de VAR vind ik erg drastisch, gelet op de risico's die u straks in uw bedrijfsvoering krijgt. Terecht vroeg één van de Eerste Kamerfracties, of er niet eerst eens iets kritischer naar het aanvraagformulier voor de VAR zou moeten worden gekeken, alvorens dit instrument helemaal af te schaffen.
Natuurlijk, misbruik van de VAR moet de kop worden ingedrukt. Zonder enig pardon! Maar de nieuwe oplossing brengt risico's en een berg nieuwe administratieve last mee.
De Eerste Kamer stemt op 26 januari 2016. Dit blog heeft een korte houdbaarheidsdatum, maar ik hoop wel dat het bijdraagt aan de discussie: doe dit niet! Pas het aanvraagformulier aan, en toets kritischer bij afgifte, maar zadel de opdrachtgever niet op met een nieuw risico.
Wat kunt u doen?
Check op 27 januari of deze wet daadwerkelijk is aangenomen. Er is een transitieperiode, die u hard nodig heeft om te inventariseren welke gevolgen deze regeling heeft voor uw inhuur: komt daar een plus van de sociale lasten op?
Loopt u arbeidsrechtelijke risico's of is het mogelijk om de contracten zo vorm te geven, dat u een stempel, met geconditioneerde vrijwaring krijgt van de Belastingdienst? Kortom: werk aan de winkel!
Jan-Bertram Rietveld is Partner People Advisory Service. Hij is gespecialiseerd in fiscale aspecten van arbeidsvoorwaarden en arbeidsverhoudingen. Hij adviseert ondernemingen en instellingen op het gebied van loonheffingen, tax control, arbeidsvoorwaarden en equityregeling. Hij is werkzaam bij EY sinds 1999.
Bron: EY
0