In Nederland wordt een country-by-country reporting ingevoerd. Een in Nederland gevestigde groepsentiteit die onderdeel uitmaakt van een multinationale groep met een omzet vanaf € 750 miljoen, moet vanaf 1 januari 2016 jaarlijks een landenrapport (country-by-country rapport) op stellen. In het landenrapport wordt onder andere de wereldwijde fiscale winstverdeling opgenomen, maar ook de betaalde (winst)belasting in landen waarin de multinationale groep een vestiging heeft.
De belastingautoriteiten gebruiken dit rapport voornamelijk om de juistheid van de onderlinge verrekenprijzen die binnen een multinationale groep worden gehanteerd, te beoordelen. De multinationale groep moet binnen een jaar na het einde van het te rapporteren (boek)jaar het landenrapport aanleveren bij de belastingdienst in het land waar het hoofd van de groep gevestigd is.
 
Voor een groepsentiteit van een multinationale groep die belastingplichtig is in Nederland met een geconsolideerde groepsopbrengst vanaf € 50 miljoen geldt dat er voortaan een groepsdossier (‘master file') en een lokaal dossier (‘local file') moet worden opgesteld. In het groepsdossier wordt een overzicht gegeven van de onderneming van de multinationale groep, inclusief de aard van haar bedrijfsactiviteiten, haar algehele verrekenprijsgedragslijn en haar wereldwijde allocatie van inkomen en economische activiteiten om belastingadministraties te ondersteunen bij de beoordeling van de aanwezigheid van een substantieel verrekenprijsrisico. In het lokale dossier wordt kort geformuleerd informatie opgenomen over de groepstransacties van de lokale vestiging.
 
De dossiers zijn gestandaardiseerd. Dit betekent dat de documentatieverplichtingen voor alle landen hetzelfde zijn. Met de nieuwe documentatieverplichtingen voor multinationale groepen en grote ondernemingen implementeert Nederland de uitkomst van binnen de OESO/ G20 gemaakte afspraken.
 
 

Bron: EY

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Internationaal belastingrecht

Dossiers: Prinsjesdag 2015

5

Gerelateerde artikelen