De Advocaat-Generaal (A-G), adviseur van de Hoge Raad, heeft recentelijk geconcludeerd dat een renteswap met een negatieve waarde in de inkomstenbelasting tot de (rendements)grondslag van box 3 behoort. De renteswap wordt, anders geformuleerd, in aanmerking genomen bij het bepalen van de belastingheffing in box 3.
Bij het aangaan van een lening kiest men soms voor een lening tegen een variabele rente in combinatie met een renteswap. De leningnemer kan zich hiermee beschermen tegen rentestijgingen op de lening. Op grond van de swapovereenkomst wordt aan de bank een vaste rente betaald en een variabele rente ontvangen. De combinatie van de variabele rente op de schuld en de swap zorgt voor constante financieringslasten bij de leningnemer, vergelijkbaar met de lasten van een lening tegen een vaste rente.
Als de lening is aangegaan voor de eigenwoning komt fiscaal bezien de vraag naar voren of het bedrag dat per saldo wordt betaald ter zake van de swap onder het begrip aftrekbare kosten van de eigen woning valt. De Hoge Raad heeft eerder al beslist dat de kosten van een swapovereenkomst die is aangegaan om het renterisico op een hypothecaire lening met een variabele rente af te dekken, niet aftrekbaar is.
In de zaak die nu bij de Hoge Raad ligt heeft belanghebbende € 7 miljoen geleend tegen variabele rente. De lening valt deels in box 1 en deels in box 3. Om het renterisico af te dekken is hij een renteswap aangegaan. In een aantal jaren had de swap een voor hem negatieve waarde die hij, voor zover de lening in box 3 valt, in mindering wil brengen op zijn box 3 grondslag. De inspecteur was het hier niet mee eens.
De A-G is van mening dat een renteswap met een positieve waarde als bezitting en een renteswap met een negatieve waarde als schuld kan worden aangemerkt voor toepassing van box 3. Dat betekent in deze zaak dat de renteswap met een negatieve waarde volgens de A-G in aanmerking moet worden genomen bij het bepalen van de (rendements)grondslag van box 3. Het woord is nu aan de Hoge Raad.
Bron: EY
6