Sinds 1 januari 2015 kent de wet een nieuwe regeling voor het vergoeden van rente indien sprake is van een recht op belastingteruggaaf als gevolg van strijdigheid met EU-recht. Deze nieuwe regeling is voorgesteld naar aanleiding van het Mariana Irimie-arrest van het Europese Hof van Justitie. In dit arrest is – kort gezegd - geoordeeld dat wanneer belasting door een lidstaat in strijd met EU-recht is geheven, de lidstaat een passende rentevergoeding moet verlenen over het verlies als gevolg van deze (naar later blijkt) onverschuldigde betaling.

In strijd met EU-recht

Om voor een rentevergoeding in aanmerking te komen, moet sprake zijn van een recht op belastingteruggaaf als gevolg van strijdigheid met EU-recht. Van belang is dat die belasting ook (ten onrechte) is betaald. Een belangrijke vraag is wanneer sprake is van strijdigheid met EU-recht. In ieder geval is hier sprake van indien een rechterlijke instantie heeft geoordeeld dat een teruggaaf dient plaats te vinden vanwege een strijdigheid met EU-recht. Echter, zodra de Nederlandse nationale wetgeving is aangepast in lijn met EU-recht, zal deze rentevergoeding niet van toepassing zijn. De teruggaaf vindt dan immers plaats op grond van de Nederlandse nationale wetgeving.

Tijdvak van de rentevergoeding

Indien wordt voldaan aan eerder genoemde voorwaarden, wordt rente vergoed over de periode vanaf de betaling van de – naar later blijkt onverschuldigde – belasting tot aan de terugbetaling daarvan. Hierbij wordt de periode waarover volgens de teruggaafbeschikking al rente (belastingrente, heffingsrente en/of invorderingsrente) wordt vergoed, in mindering gebracht. De hoogte van dit rentebedrag zal terug te vinden zijn op de teruggaafbeschikking.
Let op, om een rentevergoeding te ontvangen dient tijdig een verzoek te worden ingediend!

Doe tijdig een verzoek om rentevergoeding

Een verzoek om rentevergoeding moet uiterlijk binnen zes weken na de dagtekening van de teruggaafbeschikking worden gedaan. De nieuwe regeling is zonder overgangsrecht in werking getreden en daardoor komen ook vóór 1 januari 2015 opgelegde teruggaafbeschikkingen in aanmerking voor een vergoeding van rente. In die gevallen moet een verzoek tot vergoeding van
invorderingsrente binnen zes weken na 1 januari 2015 worden ingediend, dus uiterlijk op 12 februari 2015.
De nieuwe regeling is niet onverkort van toepassing op alle vóór 1 januari 2015 opgelegde teruggaafbeschikkingen in verband met de verjaringstermijn van vijf jaren. Dit betekent normaliter dat met betrekking tot een teruggaafbeschikking met een dagtekening vanaf eind 2009 een verzoek om rentevergoeding kan worden ingediend. De exacte dagtekening hangt af van de soort belasting en de soort aanslag. Sinds 1 januari 2015 valt ook de dividendbelasting onder het bereik van de heffingsen/of belastingrenteregeling. Teruggaafbeschikkingen dividendbelasting naar aanleiding van strijdigheid met EU-recht met een dagtekening van eind 2009 of later zullen alsnog kunnen leiden tot een rentevergoeding.

Samengevat

  • Zijn teruggaafbeschikkingen opgelegd naar aanleiding van strijdigheid met EU-recht?
  • Ligt de dagtekening van de teruggaafbeschikking na eind 2009, maar voor 1 januari 2015?
  • Verzoek dan uiterlijk op 12 februari 2015 om een rentevergoeding voor teruggaafbeschikkingen gedateerd voor 1 januari 2015. Voor teruggaafbeschikkingen na 1 januari 2015 geldt een termijn van 6 weken na dagtekening
 

Bron: EY

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Bronbelasting, Europees belastingrecht

5

Gerelateerde artikelen