Dat meldt advieskantoor EY Nederland. Het komt regelmatig voor dat door een BV agio wordt terugbetaald aan een aanmerkelijk-belanghouder. Een aanmerkelijk-belanghouder is kort gezegd iemand met een aandelenbelang van tenminste 5% waarbij de opbrengsten uit die aandelen belast zijn in box 2 van de inkomstenbelasting. Het agio is het bedrag dat eerder is ingebracht in de BV boven het reguliere aandelenkapitaal.
De wet bepaalt dat voor een onbelaste terugbetaling van gestort agio een omslachtige procedure dient te worden gevolgd, namelijk:
- een voorafgaande omzetting van het agio in nominaal aandelenkapitaal;
- een voorafgaand besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders tot teruggaaf van aandelenkapitaal; en
- een statutenwijziging waarbij het aandelenkapitaal met een gelijk bedrag wordt verminderd.
Uit een recente uitspraak van de rechtbank van Den Haag blijkt volgens EY wederom hoe belangrijk het is dat deze procedure volledig en correct wordt uitgevoerd.
In 2012 wilde een BV overgaan tot het terugbetalen van € 2.250.000 agio, dat in 2007 door de aandeelhouder was gestort. In december 2012 werden de notariële akten verleden waarbij bovengenoemde stappen werden geformaliseerd. In mei 2012 was de aandeelhouder hierop vooruitlopend echter reeds voor een bedrag van € 2.250.000 gecrediteerd in rekening-courant bij de BV.
De rechter concludeerde dat door de boeking in rekening-courant de teruggaaf van het agio had plaatsgevonden op een moment dat nog niet aan de voorwaarden voor onbelaste terugbetaling was voldaan. Het gevolg was dat de BV alsnog € 337.500 (15%) dividendbelasting verschuldigd was.
Bron: EY Nederland
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Dividendbelasting