De facultatieve verleggingsregeling en de Quick Reaction Mechanism (QRM) in de BTW-richtlijn worden verlengd tot en met 30 juni 2022. De BTW-richtlijn wordt daartoe op 2 december 2018 gewijzigd. Deze maatregelen zijn nuttig gebleken als tijdelijke en doelgerichte maatregelen om btw-fraude te bestrijden.

De wijziging bestaat uit een verlenging en een beperkte wijziging van de artikelen 199bis en 199ter van de btw-richtlijn. De in deze artikelen vastgestelde maatregelen strekken ertoe lidstaten in staat te stellen de problematiek van intracommunautaire btw-carrouselfraude snel aan te pakken. Zonder deze wijziging vervallen art. 199bis en 199ter BTW-richtlijn op 31 december 2018. Als zij op 31 december 2018 vervallen, verliezen de lidstaten een efficiënt instrument om fraude te bestrijden. Om die reden worden de in de artikelen 199bis en 199ter BTW-richtlijn vastgestelde maatregelen verlengd tot 30 juni 2022. Dit is de voorgestelde datum waarop de definitieve regeling voor ‘business-to-business’ (B2B)-goederenleveringen binnen de Europese Unie in werking moet treden. De eis van een minimumperiode van twee jaar voor toepassing van de facultatieve verleggingsregeling (art. 199bis) wordt geschrapt.

EU-Richtlijn over de strafrechtelijke bestrijding van het witwassen van geld

Op 2 december 2018 treedt ook de EU-Richtlijn 2018/1673 over de strafrechtelijke bestrijding van het witwassen van geld in werking. In deze nieuwe richtlijn wordt geregeld dat fiscale misdrijven in verband met directe en indirecte belastingen ook onder de definitie van criminele activiteit vallen. Deze richtlijn harmoniseert niet de definities van fiscale misdrijven in het nationale recht. Lidstaten dienen uiterlijk 3 december 2020 aan deze richtlijn te voldoen.

 

Bron: Publicatieblad van de Europese Unie

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

1

Gerelateerde artikelen