De aanpassing is een onderdeel van het wetsvoorstel Overige fscale maatregelen en repareert het arrest over de bedrijfsopvolgingsregeling bij indirecte aandelenbelangen van minder dan 5%.
De Hoge Raad oordeelde op 22 april 2016 (V-N 2016/24.13, TaxVisions editie 29 april 2016) dat de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de Successiewet 1956 ook van toepassing kan zijn op aandelen die een holding houdt in een lichaam waarin de erflater geen indirect aanmerkelijk belang heeft. Dit arrest heeft een forse verruiming van de reikwijdte van de BOR en daarmee ook van de doorschuifregelingen in de aanmerkelijkbelangregeling in de Wet IB 2001 tot gevolg.
De reparatie houdt kort gezegd in dat de uitleg en werkwijze zoals de Belastingdienst die sinds 2010 heeft gehanteerd wettelijk wordt vastgelegd. Voorgesteld wordt de gevolgen van het arrest te repareren met terugwerkende kracht tot en met het tijdstip waarop deze wijzigingen bij persbericht bekend zijn gemaakt, dus tot en met 1 juli 2016, 0.00 uur.
Het wetsvoorstel raakt volgens FBNed vooral grotere families en complexere familiebedrijven. In een radio-interview legt de belangenorganisatie uit waarom.
Bron: Redactie TaxLive