Werkbonus
De werkbonus is een tegemoetkoming voor lagere inkomens voor de versnelde verhoging van de AOW leeftijd. De bonus geldt voor werknemers die aan het begin van het kalenderjaar 60, 61, 62 of 63 jaar zijn en een arbeidsinkomen hebben tussen de 90 en 175 procent van het wettelijk minimumloon. Het was niet meer mogelijk deze aanpassing in de voorlopige aanslagen te verwerken. De bonus zal dus verrekend worden via de definitieve aanslag, wat overigens ook voor het begrotingssaldo voor 2013 niet ongunstig is.
Assurantiebelasting: per 1 maart verhoogd
De assurantiebelasting gaat niet per 1 januari, maar per 1 maart 2013 van 9,7 procent naar 21 procent. Er is ook overgangsrecht aangezien uit de wet niet uitdrukkelijk blijkt in hoeverre het verhoogde tarief ook al van toepassing is op premiebetalingen voor verzekeringen waarvan het verzekeringsjaar voor 1 maart 2013 is ingegaan, maar waarvan het lopende verzekeringsjaar na 28 februari 2013 eindigt. Het verhoogde tarief is van toepassing op de premies voor verzekeringen die na 28 februari 2013 vervallen, zo regelt het amendement. Verder wordt in het amendement opgemerkt dat: "Indien de betaling van de premie vóór 1 maart 2013 plaatsvindt, maar het tijdstip waarop de premie vervalt na 28 februari 2013 ligt, is op deze premie het nieuwe tarief van 21% van toepassing. Op de premies die zien op een periode die op of na 1 maart 2013 ligt voor verzekeringen die op of na 1 maart 2013 ingaan of voor verzekeringen die op 1 maart 2013 geprolongeerd worden of stilzwijgend verlengd worden, is het nieuwe tarief van 21% van toepassing ongeacht het tijdstip waarop de premie vervalt."
Vitaliteitssparen
De mogelijkheid voor werknemers en ondernemers om fiscaal gefacilieerd te sparen in box 1 zal niet worden ingevoerd. De in het Belastingplan 2012 opgenomen maatregel om levenslooptegoeden fiscaal geruisloos in te brengen in het vitaliteitssparen vervalt. Levenslooptegoeden van minder dan 3000 euro per 31 december 2011 vallen vrij per 1 januari 2013, na inhouding van loonbelasting, als loon uit tegenwoordige dienstbetrekking. Hierbij worden ook de opgebouwde rechten op de levensloopverlofkorting in aanmerking genomen. Volledigheidshalve wordt in het amendement opgemerkt dat bij tegoeden van meer dan 3000 euro "slechts" verandert dat het niet meer mogelijk zal zijn deze aanspraken ingevolge een levensloopregeling om te zetten in een voorziening ingevolge vitaliteitssparen.
Bron: Redactie TaxLive
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Belastingrecht, Inkomstenbelasting, Loonbelasting, Belastingen van rechtsverkeer