"Een voorstel van GroenLinks om Unilever nog snel even fiscaal een hak te zetten voordat het bedrijf naar het Verenigd Koninkrijk vertrekt, doet het goed voor de bühne, maar verdient juridisch geen schoonheidsprijs. In plaats van achteraf te tornen aan de rechtszekerheid, zouden regering en parlement er verstandig aan doen bijtijds nieuwe mazen in de wet op te sporen en te dichten."

Dat schrijft de redactie van het FD in een hoofdcommentaar naar aanleiding van het warme welkom in de Tweede Kamer voor het GroenLinks-voorstel.

Als voorbeeld hoe het wel moet haalt de FD-redactie de rechtspraak aan die met fraus legis en de doctrine van de onzakelijke lening op een juridisch zuivere manier paal en perk weet te stellen aan belastingontwijking.

Ter illustratie noemt de krant twee zaken als voorbeeld: de overname van het automatenexploitant Autobar door een private-equitypartij en de overname van lingerieketen Hunkemöller door een Frans opkoopbedrijf. Bij Autobar zette Hof Amsterdam onlangs een streep door de belastingconstructie die de Britse bedrijvenopkoper CVC Capital Partners in 2010 optuigde om voordelig in bezit te komen van de automatenexploitant.

Regering en parlement zijn verantwoordelijk voor een klimaat waarin opkooppartijen er tot voor kort van uit mochten gaan dat zij bij overnames van Nederlandse bedrijven een fors deel van de rekening konden doorschuiven naar de staatskas. Het is de rechtspraak die daar een stokje voor steekt en niet de wetgever. In het verlengde daarvan is een verhuisboete voor Unilever fiscale symboolpolitiek, zo oordeelt het FD.

Bron: FD

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Vennootschapsbelasting, Internationaal belastingrecht

2

Gerelateerde artikelen