Tijdens de parlementaire behandeling van het Wetsvoorstel vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht is bevestigd dat bestaande bv's hun statuten niet hoeven aan te passen. Inmiddels zijn er zes maanden verstreken na de inwerkingtreding en loopt de praktijk tegen verschillende zaken aan.

Vereenvoudigde vaststelling

Recentelijk heeft SRA (netwerkorganisatie van accountantskantoren) aan de bel getrokken bij het ministerie van Veiligheid & Justitie over de vereenvoudigde vaststelling van de jaarrekening als alle aandeelhouders tevens bestuurder van de bv zijn. In dat geval geldt de ondertekening van de jaarrekening direct als vaststellingsmoment. De deponeringstermijn van 8 dagen gaat dan ook, in tegenstelling tot voorheen, op dat moment in. Alhoewel het hier gaat om een goedbedoelde vereenvoudiging voor met name de dga, leidt dit in de praktijk tot ongewenste situaties. Er is dan immers een kortere publicatietermijn van toepassing, omdat de twee maanden tussen het opmaken en de vaststelling is komen te vervallen.

Er is wel een escape: de statuten kunnen namelijk deze wijze van vaststelling van de jaarrekening uitsluiten. In veel gevallen betekent dit een aanpassing van de al langer bestaande statuten met een bijbehorend kostenplaatje, want een statutenwijziging is niet gratis.

Het ministerie van Veiligheid & Justitie onderkent het probleem en heeft aan SRA laten weten dat hiervoor een wetsvoorstel in de maak is. "Na het indienen en aannemen van dit wetsvoorstel zal een statutenwijziging niet meer noodzakelijk zijn om de afzonderlijke vaststelling van de jaarrekening te kunnen handhaven", zo meldt SRA in een nieuwsbericht.  

Kwestie van wennen?

Statutenwijziging in deze is misschien gewenst, maar Missaar noemt het ook een gewenningsproces. " Door het vernieuwde bv-recht is de uiterlijke termijn van deponering voor bv's waarvan alle aandeelhouders tevens bestuurder zijn dan wel verkort van 13 maanden tot 11 maanden en 8 dagen, maar dat is veelal geen onoverkomelijk probleem. Het zit alleen nog niet in ieders 'systeem'. De praktijk moet zich bewust worden van een andere termijn en dat luistert wel nauw. De bestuurder die te laat is met publiceren loopt immers het risico van 'onbehoorlijk bestuur' en daarmee aansprakelijkstelling in met name situaties van faillissement."

Tegenstrijdig belang

Missaar wijst ook op een ander knelpunt veroorzaakt door het gewijzigd artikel 2:216 BW, waarin de goedkeuring door het bestuur en de uitkeringstoets bij een dividenduitkering is vastgelegd. Kort gezegd volgt hieruit dat de algemene vergadering van aandeelhouders een eventuele winstuitkering vaststelt, waarvoor het bestuur vervolgens een goedkeuring moet verlenen. Het bestuur mag die goedkeuring alleen weigeren als het weet of redelijkerwijs voorziet dat de bv na de winstuitkering niet kan doorgaan met het betalen van opeisbare schulden. Een tegenstrijdig belang kan hier optreden als bestuurder en aandeelhouder verenigd zijn in één persoon. Volgens Missaar zal een dga zichzelf echter niet snel als bestuurder een tegenstrijdig belang verwijten. Maar, zo geeft hij aan, "het is mogelijk  in de statuten op te nemen  dat de bestuurder ook in geval van tegenstrijdig belang toch zelf een dergelijk besluit mag nemen, ook wel het wegschrijven van het tegenstrijdig belang genoemd. "

Integraal wijzigen statuten

Wie zijn statuten wil wijzigen, kan dit maar beter integraal doen, zo adviseert Missaar. "Check of oude bepalingen, bijvoorbeeld over de oproeping van de algemene vergadering en opname van een maatschappelijk kapitaal, nog wel voldoen aan nieuwe bepalingen dan wel wensen en richt de statuten in ieder geval zo in dat ook met de toekomst rekening wordt gehouden. De statuten kunnen dan weer voor jaren mee."

Een laatste waarschuwing is nog op zijn plaats. Missaar: "Wie om wat voor reden dan ook besluit om bestaande statuten te wijzigen, moet er rekening mee houden dat gelijk ook een aantal andere zaken die hiermee samenhangen verplicht moeten worden aangepast. Denk aan het verplicht opnemen van bepalingen rondom ontstentenis en belet van een of meer commissarissen als de statuten voorzien in een raad van commissarissen. Ook moet dan, indien aanwezig, aan houders van certificaten in de statuten vergaderrecht worden toegekend. "

Bron: Redactie TaxLive