Flynth verwacht dat de Hoge Raad voor eind april 2017 uitspraak doet in vier door haar gevoerde proefprocedures. Die procedures gaan heel simpel gezegd over de btw-correctie voor privégebruik auto (‘btw-bijtelling') van 2,7% van de cataloguswaarde die een werkgever moet betalen naast de gebruikelijke bijtelling in de loonbelasting van 4% of 22% van de cataloguswaarde die een werknemer is verschuldigd.
Met ingang van 1 juli 2011 is een wijziging aangebracht in de wijze waarop de btw-correctie voor het privégebruik van een auto moet plaatsvinden. Ook heeft de staatssecretaris van Financiën goedgekeurd dat met ingang van die datum de btw-bijtelling eenvoudig mag worden gesteld op 2,7% van de cataloguswaarde.
Diverse belastingadviseurs en belangenorganisaties hadden vraagtekens over de juistheid van die wetswijziging en de goedkeuring van de staatssecretaris. Deze elf vragen zijn via vier Flynth-klanten voorgelegd aan de belastingrechter. Na bijna vijf jaar procederen verwacht Flynth dat de Hoge Raad op korte termijn zijn doorslaggevende oordeel gaat geven.
De uitkomst van die procedures is niet alleen van belang voor die vier ondernemers, maar volgens de staatssecretaris voor ongeveer 2 miljoen bezwaarschriften van Nederlandse btw-ondernemers met een auto van de zaak. Door dit aantal bezwaarschriften heeft de staatssecretaris besloten om de bezwaren aan te merken als massaal bezwaar. Dit houdt onder andere in dat als de Hoge Raad zijn goedkeuring geeft aan de wetswijziging én de eenvoudige berekeningswijze van de btw-bijtelling, de Belastingdienst alle 2 miljoen bezwaarschriften met één formele beslissing en een publicatie in een krant kan afhandelen. Waarmee hij waarschijnlijk zo'n 1.500 belastingambtenaren een jaar werk bespaart.
Op dit moment bestaat nog de kans dat de Hoge Raad zijn goedkeuring onthoudt aan de simpele berekeningswijze van de btw-bijtelling (2,7% van de cataloguswaarde) maar wel goedkeurt dat die jaarlijkse bijtelling wordt berekend op bijvoorbeeld 27% van de daadwerkelijke autokosten waarop geen btw-voordruk rustte. Dan wordt het waarschijnlijk een drukke zomer voor uw accountant: hij of zij zal dan het genoegen hebben die autokosten van de jaren 2011 tot en met 2016 te mogen opzoeken en te beoordelen of u in die jaren (iets) teveel btw heeft betaald. Als dat de conclusie is, mag hij dat bij de inspecteur melden en hem verzoeken een btw-bedrag aan u uit te betalen. Flynth heeft de Belastingdienst al een regeling voorgesteld hoe ondernemers dan btw terug kunnen krijgen zonder dat uitzoekwerk en beoordeling door de inspectie hoeft plaats te vinden.
Een deel van de elf vragen kwam er op neer dat twijfels bestonden of de Nederlandse wetgever de Europese btw-voorschriften goed heeft toegepast. Hierdoor is het mogelijk dat de Hoge Raad eerst vragen stelt aan het Hof van Justitie in Luxemburg voordat de Hoge Raad zijn definitieve oordeel velt. Als dergelijke préjudiciële vragen worden gesteld, zullen we waarschijnlijk nog een jaartje extra geduld moeten hebben.
Bron: Flynth
1