Rechtbank Zeeland-West-Brabant staat renteaftrek tweede woning niet toe omdat deze al ruim acht jaar geen hoofdverblijf is.
In deze zaak heeft een man twee woningen en voert hij in zijn aangifte inkomstenbelasting over 2017 beide woningen als eigen woning op. Hij claimt een renteaftrek van € 17.852 en een eigenwoningforfait van € 1.275. De belastinginspecteur honoreert voor het woonhuis de renteaftrek van € 6.677 en corrigeert het eigenwoningforfait naar € 1.695.
Voor de tweede woning wordt de renteaftrek geschrapt omdat niet voldaan wordt aan het criterium van de eigen woning van art. 3.111 lid 2 Wet IB 2001 (verhuisregeling). Op grond van deze verhuisregeling is een woning die leegstaat en bestemd is voor verkoop tot maximaal het derde kalenderjaar na verhuizing een eigen woning in box 1. Er is vastgesteld dat deze tweede woning door de man sinds 2009 niet meer is bewoond en sindsdien leeg staat in afwachting van verkoop. De woning staat dus al te lang leeg te koop voor toepassing van deze verhuisregeling.
Belang voor de praktijk
In de regel is er maar één woonhuis waarvoor renteaftrek kan worden genoten. In art. 3.111 Wet IB 2001 kunnen onder de in de leden 2 tot en met 6 opgenomen voorwaarden woningen ook als eigen woning worden aangemerkt. Dit zijn de zogeheten 'fictiebepalingen'.
In deze uitspraak gaat het om toepassing van een van deze fictieregelingen, namelijk de verhuisregeling van het tweede lid. In het derde lid is nog een tweede verhuisregeling opgenomen die de spiegelbeeldsituatie vormt van de hier aan de orde zijnde fictieregeling.
Bij die fictieregeling gaat het om de woning die in aanbouw is of tijdelijk leegstaat voordat deze in gebruik wordt genomen als hoofdverblijf. Dit laatste speelt met name bij een (ingrijpende) verbouwing voor ingebruikneming. De overige fictieregelingen zijn de echtscheidingsregeling (lid 4), een regeling bij opname in een verzorgingstehuis (lid 5) en de uitzendregeling (lid 6).
Tijdens het proces doet de belastinginspecteur een beroep op ‘interne compensatie’. In dit geval is de tweede woning met bijbehorende hypothecaire schuld bij de grondslag van box 3 opgenomen. Bij een ‘interne compensatie’ worden elementen van de aanslag door de belastinginspecteur aangepast. Dat is onder voorwaarden mogelijk:
- tijdens de behandeling van een bezwaar-of beroep;
- wanneer het er niet toe leidt dat het netto belastingbedrag van de aanslag wordt verhoogd; en
- als het niet wordt toegepast op aftrekposten die de belastinginspecteur nadrukkelijk en zonder voorbehoud heeft geaccepteerd.
Het gaat er bij interne compensatie om dat op een bepaald punt de inspecteur de aanslag te hoog heeft vastgesteld – bijvoorbeeld ten onrechte geen aftrekpost in aanmerking genomen – maar op een ander punt juist te laag.
Lees ook de thema's Eigenwoningregeling en De tweede woning in binnen- en buitenland en box 3.
Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Inkomstenbelasting