Ondernemers die niet kunnen werken wegens ziekte of ongeval hoeven vanaf 1 januari 2015 niet meer hun lijfrente aan te spreken.

Dat meldt de financiële website Z24.nl.

Voor 2015 waren de omstandigheden voor ondernemers in geval van ziekte of ongeval uiterst ongunstig. Wanneer de ondernemer geen arbeidsongeschiktheidsverzekering (aov) had afgesloten en hij door zijn spaargeld heen was, werd hij verplicht zijn lijfrente aan te spreken. Van dat geld moest dan ook nog eens een groot deel worden afgedragen aan de Belastingdienst.

Hoge belastingen

Als de ondernemer zijn lijfrentetegoed openbreekt voor het bereiken van de AOW-leeftijd, betaalt hij over het hele tegoed 52% aan inkomstenbelasting. Dit geldt ook als zijn inkomen (inclusief de opengebroken lijfrente) helemaal niet in de hoogste belastingschijf valt. Dan komt er ook nog eens 20% revisierente bovenop, een soort belastingboete. In totaal is de ondernemer dus 72% kwijt aan de Belastingdienst.

Nieuwe regels

Vanaf 2015 zijn deze regels versoepeld. Bij ziekte of ongeval betaalt een ondernemer over de aangebroken  lijfrentepolis of bankspaartegoed het normale belastingtarief in box 1. En de revisierente komt te vervallen.

Een andere vooruitgang is dat het tegoed op de bankspaarrekening of in de lijfrenteverzekering niet langer meetelt als vermogen om in aanmerking te komen voor bijstand. De ondernemer hoeft dus niet tegen een enorm belastingtarief het pensioen op te maken voordat hij een beroep kan doen op bijstand.

De gevolgen van deze versoepeling zullen bescheiden blijven. Ondernemers raken veel minder vaak arbeidsongeschikt dan werknemers.

Bron: Redactie TaxLive

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Inkomstenbelasting, Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid

0

Gerelateerde artikelen