De Rechtbank Den Haag oordeelde onlangs dat een school en een eigen schoonmaakbedrijf, waarbij de schoonmaakwerkzaamheden bij de school echter onder regie en aansturing van een gespecialiseerde derde werden uitgevoerd, een fiscale eenheid btw kunnen vormen. De uitspraak van de Rechtbank is ook van groot belang voor zorginstellingen omdat die vaak op dezelfde manier de schoonmaakactiviteiten vormgeven.
Drie voorwaarden voor een fiscale eenheid
De school houdt alle aandelen in een schoonmaakbedrijf BV en ook is sprake van dezelfde bestuurders. Het schoonmaakbedrijf werkt alleen voor de onderwijsinstelling. Alle reden om aan te nemen dat aan de drie voorwaarden voor een fiscale eenheid btw (financiële, organisatorische en economische verwevenheid) wordt voldaan.
Echter, doordat er een overeenkomst van toezicht met een derde is gesloten (o.a. voor het toezicht houden op de schoonmaak) was er volgens de belastingdienst geen financiële en organisatorische verwevenheid. De dagelijkse leiding lag bij de derde, schoonmaak vond onder regie en aansturing van deze derde plaats en de school kon de - aan het aandelenbezit verbonden - zeggenschap niet uitoefenen zonder toestemming van de derde.
Volgens de belastingdienst is de BV slechts een juridische huls. De Rechtbank gaat hier niet in mee. Ondanks de overeenkomst van toezicht is niet aannemelijk gemaakt dat de zeggenschap van de school in de BV is aangetast. Er kan dus toch een fiscale eenheid btw worden gevormd.
Werkzaamheden derde geen belemmering
Zowel om efficiency redenen als om reden dat de schoonmaak CAO voor werkgever goedkoper is dan de CAO voor de Zorg wordt geregeld een eigen schoonmaakbedrijf opgezet waarbij het management en de coördinatie wordt overgelaten aan een gespecialiseerde partij.
Ter voorkoming van btw over de schoonmaakdiensten is een fiscale eenheid tussen de zorginstelling en het schoonmaakbedrijf gewenst. Een dergelijke opzet levert echter zeer regelmatig discussie op met de belastingdienst.
Uit deze uitspraak van de Rechtbank wordt geconcludeerd dat de werkzaamheden van deze derde geen belemmering zijn voor het vormen van een fiscale eenheid btw. Hiermee wordt het voor onder meer zorginstellingen weer wat eenvoudiger om een fiscale eenheid te vormen met een eigen (schoonmaak)bedrijf en zodoende btw over deze diensten te voorkomen.
Bron: Grant Thornton
4