Geld of voorwerpen die waarschijnlijk via de criminele weg zijn verkregen, moeten makkelijker in beslag te nemen zijn. Justitieminister Ferd Grapperhaus wil daarvoor de wet aanpassen, schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer.

De minister noemt enkele praktijkvoorbeelden, zoals een persoon die in een pand ter waarde van miljoenen euro's woonde maar wel een uitkering had. "In deze gevallen is er geen concreet strafbaar feit in beeld, noch een verdachte", schrijft Grapperhaus. Als een persoon dan niet aannemelijk kan maken dat diegene op een legale manier aan grote hoeveelheden geld of dure spullen gekomen is, zou ook zonder een verdenking of veroordeling beslag mogelijk moeten zijn.

Wel moet daar eerst een rechter aan te pas komen en moet de persoon worden geïnformeerd over de procedure. Ook ligt de bewijslast "in beginsel" bij de overheid en moet "voldoende rechtsbescherming worden geboden" aan diegene wiens bezit mogelijk wordt ingenomen.

Nu is het volgens de minister nog te aantrekkelijk voor een verdachte om met een "vaag verhaal" te komen dat net voldoende aannemelijk is, waarna het Openbaar Ministerie (OM) langdurig onderzoek moet doen om aanvullend bewijs te verzamelen. "Dit kost de betrokken opsporingsinstanties en het OM onevenredig veel tijd."

De Belastingdienst biedt ook geen soelaas, omdat die alleen iets kan doen tegen mensen die hun "hoofdverblijf" in Nederland hebben. Criminelen die (op papier) emigreren naar landen waar Nederland geen belastingverdragen mee heeft, blijven zo buiten schot.

De minister hoopt in het voorjaar van 2021 een conceptwet klaar te hebben.

Bron: Ministerie van Justitie en Veiligheid

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Invordering, Strafrecht

2

Gerelateerde artikelen