De specifieke-zorgkostenregeling in de inkomstenbelasting is ongericht, niet doelmatig en buitengewoon arbeidsintensief. Het is verstandig om deze aan te passen en aan te laten sluiten bij de vier stelselwetten in de zorg en een deel van de vergoeding onder te brengen in al bestaande regelingen. Dat schrijft Mark de Jong, student fiscale economie, in het economenvakblad ESB.
Chronisch zieken en gehandicapten maken verschillende kosten vanwege hun aandoening. Om hen hierin tegemoet te komen is er de specifieke-zorgkostenregeling in de inkomstenbelasting, die chronisch zieken en gehandicapten financieel tegemoetkomt zodat zij beter in staat zijn om te participeren in de maatschappij.
De fiscale regeling is in 2022 negatief geëvalueerd. De Jong presenteert in zijn artikel een voorstel om de regeling opnieuw in te richten. Om de doelmatigheid te bevorderen, kan een aantal regelingen ondergebracht worden bij gemeenten via de Wmo. Voor de Wmo geldt namelijk dat gemeenten toetsen (in het geval van maatwerkvoorzieningen) of burgers hiervoor in aanmerking komen. Bovendien is de Wmo onder andere bedoeld voor mensen met een chronische ziekte of beperking. De doelstellingen van de Wmo en de huidige specifieke-zorgkostenregeling liggen dan ook in elkaars verlengde, namelijk dat deze mensen participeren in de maatschappij.
Onderdeel van De Jongs voorstel is om een aantal categorieën zorgkosten niet meer te vergoeden, omdat hiervoor op dit moment al een ander instrument bestaat, waarbij het met name gaat om geneeskundige hulp en medicijnen. Tot slot wijst de auteur op de vereenvoudiging doordat de uitvoering en beoordeling van de aftrekpost niet langer bij de zwaarbelaste Belastingdienst ligt.
Bron: ESB
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Inkomstenbelasting