Vanwege de coronacrisis wordt er massaal thuisgewerkt. Werkgevers die vergoedingen belastingvrij willen verstrekken voor de thuiswerkplek lopen nu tegen wettelijke beperkingen aan in de werkkostenregeling (WKR). "Plaats dit soort zaken buiten de WKR of verhoog de loonsom van 1,2 procent eens fors."
Dat bepleiten de ondernemers Joost Diepenmaat en Mark Vletter in het zakenblad Sprout. Onbelaste vergoedingen van de werkgever moeten onder de 1,2 procent blijven van de loonsom van alle medewerkers samen. Tegelijkertijd moet een thuiswerkplek – zelfs als die maar 2 uur in de week gebruikt wordt - voldoen aan de Arbo-wetgeving. Deze kosten schieten ver boven de loonsom uit.
Maar al die zaken mag de werkgever volgens de auteurs niet betalen. Slechts de laptop -en wellicht de muis- vallen onder het essentiële. "Wat je wel mag doen – en daar kiezen veel werkgevers op dit moment voor - is dat je de spullen van kantoor meeneemt naar huis. Maar een aantal collega’s heeft geen bureau en moet dat dus aanschaffen. En omdat het thuiswerken van tijdelijke aard is, mag je dat bureau als werkgever niet betalen. Laat staan dat je thuiswerken permanent financieel mag ondersteunen", zo redeneren Diepenmaat en Vletter.
Daarom roepen de ondernemers de Haagse politiek op om hier verandering in te brengen. "Plaats dit soort zaken buiten de WKR of verhoog die 1,2 procent eens fors. Geef bijvoorbeeld een vrije investeringsvoet van 5000 euro per 5 jaar om thuiswerkplekken te financieren. En een vrije voet van 50 euro per maand voor de vergoeding van internetverbindingen en energieverbruik", zo schrijven zij in hun artikel.
Lees ook het thema De werkkostenregeling: gerichte vrijstellingen en eindheffingen.
Bron: Sprout