De 30%-regeling voldoet aan haar doelstellingen. Na twee evaluaties is die conclusie te trekken. Frank Mélotte en Huub Kapel van LIMES international zijn het er dan ook over eens: "Sleutel niet teveel aan de 30%-regeling. Hooguit wat ‘fine tuning' op eventuele overcompensatie, maar dat is het dan ook. Verder is er geen enkele reden om de regeling aan te passen. Sterker nog: laat de regeling, gezien het gunstige effect op het Nederlandse vestigingsklimaat, zoveel mogelijk intact."
Evaluatie
Aanleiding voor de evaluatie van de 30%-regeling was een kritisch rapport uit 2016 van de Algemene Rekenkamer. Volgens de Algemene Rekenkamer was onduidelijk in hoeverre deze belastingvrije vergoeding van 30% van het brutoloon voor experts uit het buitenland aan haar doelstellingen voldoet. Leidt de regeling wel tot het aantrekken van werknemers met een schaarse, specifieke deskundigheid en draagt de regeling wel bij aan een aantrekkelijk en competitief Nederlands vestigingsklimaat? Daarnaast was de verdringing op de arbeidsmarkt nooit onderzocht en was de regeling op de volgende twee belangrijke punten niet goed onderbouwd: de salarisnorm voor bepaalde werknemers van meer dan € 37.000 (2017) en de hoogte van de onbelaste vergoeding (30% van het brutoloon).
Inmiddels is de 30%-regeling flink onder de loep genomen. Eenmaal door het Fiscaal Economisch Instituut van de Erasmus Universiteit Rotterdam in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en eenmaal door Dialogic in opdracht van het Ministerie van Financiën. Het resultaat is twee evaluaties met nagenoeg een gelijke conclusie: de 30%-regeling voldoet aan de twee hiervoor genoemde doelstellingen en van verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt is geen sprake.
Kennismigrantenregeling onbelicht
Belastingadviseurs Mélotte en Kapel zijn gespecialiseerd in grensoverschrijdende (fiscale) vraagstukken, waaronder de 30%-regeling. Beide heren hadden liever een krachtenbundeling gezien van alle betrokken ministeries, dus ook het Ministerie van SZW, zoals de Algemene Rekenkamer voorstelde, en eventueel het Ministerie van Veiligheid & Justitie waaronder de Immigratie- en Naturalisatiedienst ressorteert. "Een gecombineerd rapport was niet alleen mooier geweest, maar ook effectiever en voor een eenduidige beeldvorming beter. Omdat Justitie niet is betrokken is nu bijvoorbeeld niet de samenhang van de 30%-regeling met de kennismigrantenregeling onderzocht, terwijl de doelstellingen van beide regelingen (nagenoeg) gelijk zijn. De mismatch als gevolg van de zoekjaar-maatregel uit de kennismigrantenregeling ten opzichte van toepassing van de 30%-regeling voor studenten blijft nu onbelicht. De ‘regeling hoogopgeleiden' geeft buitenlandse studenten die Nederland over het algemeen graag wil behouden voor de Nederlandse arbeidsmarkt, na afstuderen een jaar de tijd om een baan te zoeken. Door de woonplaatsdiscussie kunnen deze studenten echter niet direct na hun afstuderen gebruikmaken van de 30%-regeling. Dat is onzinnig. Sta ook in de situatie van de buitenlandse student die hier na zijn afstuderen direct een baan vindt als kennismigrant de 30%-regeling gewoon toe onder aftrek van de periode dat de student al voor zijn studie in Nederland woonachtig was."
Geen verdringing
Dat de 30%-regeling niet of nauwelijks leidt tot verdringing van de Nederlandse werknemer op de arbeidsmarkt, komt in beide evaluaties duidelijk naar voren. "Dat is een mooi gegeven," benadrukt Mélotte. "Des te opvallender het
bericht van FNV direct na publicatie van de
evaluatie door het Ministerie van Financiën. De vakbond stelt ongetoetst dat wel degelijk sprake is van verdringing van Nederlandse vakkrachten en noemt daarbij als voorbeeld Indiase ICT-werknemers. Dat terwijl Dialogic in het rapport de verdringing in dit marktsegment nu juist specifiek benoemt en onderbouwd weerlegt."
Salarisnorm niet onderzocht
Opvallend is dat niet onderzocht is in hoeverre de salarisnorm van € 37.000 als vaststaand criterium voor specifieke deskundigheid voldoet. Kapel: "In beide rapporten is volstaan met de vaststelling dat de regeling wordt gebruikt door kenniswerkers/specifieke deskundigen. Er is niet getoetst of de norm misschien hoger moet zijn of juist lager en hoe veel dan, terwijl de Algemene Rekenkamer de salarisnorm nu juist aanhaalde als zijnde niet goed onderbouwd. Ik denk overigens dat dit aspect altijd wel tot (enige) discussie kan leiden. Maar de administratieve lastenverlichting van naar schatting € 15-65 miljoen per jaar door de gehanteerde salarisnorm weegt ruimschoots op tegen het eerder geldende ‘vage schaarste-criterium'."
Geen looptijdverkorting
Nu de 30%-regeling voldoet aan haar doelstellingen en er van negatieve effecten, zoals verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt, geen sprake is, is er nauwelijks reden om de regeling aan te passen. Dat vinden Mélotte en Kapel. Beide heren voelen niets voor een verkorting van de looptijd van acht jaar naar zes of vijf jaar, zoals Dialogic in de evaluatie aangeeft als mogelijke aanpassing om de doelmatigheid van de regeling te vergroten. "Enerzijds levert een verkorting van de looptijd weinig op nu in beide onderzoeken is aangetoond dat maar weinig werknemers langer dan vijf jaar gebruikmaken van de 30%-regeling. Anderzijds biedt de looptijd van acht jaar een optisch voordeel nu de ons omringende landen juist een minder lange looptijd hanteren. De 30%-regeling is één van de instrumenten om het Nederlandse vestigingsklimaat aantrekkelijk te houden en er zijn nog maar weinig fiscale ‘beleidsknoppen' waarmee Nederland zich kan onderscheiden van het buitenland. Het verdient dan ook de voorkeur om de looptijd van de regeling niet te verkorten."
150 km-grens doelmatig genoeg
Als het aan Mélotte en Kapel ligt, wordt er ook niet gesleuteld aan de 150 km-grens. Volgens Dialogic zorgt een vergroting van deze grens eveneens voor een hogere doelmatigheid van de 30%-regeling. De 150 km-grens is in 2012 ingevoerd onder andere om verdringing te voorkomen. "Uit beide rapporten blijkt echter dat er niet of nauwelijks sprake is van verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt", aldus Mélotte en Kapel. "Een voorstel tot verruiming van de 150 kilometerzone is dan ook in het geheel niet nodig. Of iets gedaan moet worden aan de eventuele overcompensatie is iets geheel anders."
Overcompensatie
Overcompensatie is nog wel een punt van aandacht. Zo volgt uit het rapport van Dialogic dat het 30%-forfait voor 15% van de gebruikers te krap is, in 35% van de gevallen passend en voor 50% van de gebruikers te ruim. "Te krap, te ruim of passend, hangt met name af van de hoogte van het inkomen, het land van herkomst, de gezinssamenstelling en de woningsituatie (koop of huur) in Nederland," legt Kapel uit. "De cijfers tonen geen systematische overcompensatie aan, maar dit is wel een aandachtspunt gezien de Nederlandse en Europese jurisprudentie (waaronder het
Sopora-arrest) hierover." Mélotte vult aan: "Bovendien wordt overcompensatie zowel politiek als maatschappelijk als ongewenst ervaren."
Overcompensatie bij toepassing van de 30%-regeling is volgens Mélotte en Kapel bij te sturen door de hoogte van de onbelaste vergoeding te koppelen aan een maximaal bedrag of een maximaal salaris. Dialogic ziet ruimte voor aftopping van de vergoeding tot een maximaal salaris van € 500.000 per jaar. Dit heeft een kleine impact op de doeltreffendheid en doelmatigheid van de regeling. Bij lonen tussen € 100.000 tot € 500.000 gaat juist de doeltreffendheid van de regeling omlaag. Kapel: "Overigens dient men zich te realiseren dat een aftopping op een maximaal salaris van € 500.000 wel een impact kan hebben op het Nederlandse vestigingsklimaat. Daarbij moet worden gedacht – met het oog op de Brexit − aan het aantrekkelijk houden van Nederland voor bedrijven uit de UK (denk bijvoorbeeld aan de discussie over het strenge Nederlandse bonusplafond in de financiële sector) en uit de VS (na invoering van de voorgestelde belastingverlagingen)."
Waardevol
Naast het feit dat Dialogic concludeert dat de opbrengsten van de 30%-regeling hoger zijn dan de kosten, wijzen Mélotte en Kapel tot slot nog op de extra bestedingen door internationale werkgevers als 'indirect' gevolg van de 30%-regeling. "Kijk bijvoorbeeld naar de aantrekkingskracht van internationale scholen met internationale leraren die gebruikmaken van de 30%-regeling. Het effect van de 30%-regeling op die salarissen is relatief beperkt, maar hierdoor komen wel veel internationale organisatie en bedrijven naar Nederland met een bijbehorend bestedingspatroon. In de regio Den Haag is dit ooit becijferd op € 5,2 miljard per jaar."
Alles overziend komen beide heren niet tot een andere conclusie dan dat de 30%-regeling zeker de moeite waard is om te continueren en te koesteren. "In stand houden met hooguit een verfijning om overcompensatie te voorkomen. Dan blijft de 30%-regeling een waardevol instrument voor het Nederlandse vestigingsklimaat."
Bron: Redacteur Marit Muller
18