In deze handreiking geeft de Belastingdienst weer hoe er moet worden omgegaan met bestaande pensioenaanspraken in eigen beheer als een gedeelte van het pensioen is verzekerd door middel van een (1) zakenpolis, (2) bepaalde pensioenverzekering of (3) onbepaalde pensioenverzekering.
De Handreiking fiscale behandeling elders verzekerd pensioen (7 juli 2017) staat op belastingdienstpensioensite.nl.
 
Met ingang van 1 juli 2017 is het verder opbouwen van pensioen bij een eigen bv definitief tot een einde gekomen. De eigen bv kan voor per 1 juli 2017 bestaande pensioenaanspraken in eigen beheer als uitvoerder blijven optreden. De hoogte van deze aanspraak moet dan worden vastgesteld. Als de opgebouwde pensioenaanspraken gedeeltelijk elders zijn verzekerd, kan dit lastig zijn. Om hierbij de helpende hand te bieden heeft de Belastingdienst een handreiking gepubliceerd. Hierin wordt nader ingegaan op de vraag hoe de in eigen beheer verzekerde aanspraken kunnen worden vastgesteld en hoe na 1 juli 2017 kan worden omgegaan met het elders verzekerde deel van het pensioen.
 
In de praktijk komen in het algemeen drie verschillende verzekeringsconstructies naast pensioen in eigen beheer voor. De handreiking gaat op deze drie verzekeringsconstructies in:
  1. Dekkingspolis (paragraaf 3 van de Handreiking);
  2. Bepaald verzekerd pensioen (paragraaf 4 van de Handreiking); en
  3. Onbepaald verzekerd pensioen (paragraaf 5 van de Handreiking).
Zodra is vastgesteld wat voor verzekering er in een concreet geval naast het pensioen in eigen beheer is, kan in de betreffende paragraaf worden nagelezen wat er moet gebeuren.

Belang voor de praktijk

Er is heel wat gezegd en geschreven over het gedeeltelijk verzekerd pensioen in het kader van de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen (Wet PEB). Deze handreiking is de samenvatting van vier brieven van de staatssecretaris van Financiën over dit onderwerp en diverse andere parlementaire stukken rondom de Wet PEB.
 
Als er sprake is van een zakenpolis of een bepaald pensioen dan is relatief makkelijk vast te stellen wat de pensioenaanspraak in eigen beheer is. Veel lastiger is het als er naast het pensioen in eigen beheer sprake is van een onbepaalde pensioenverzekering. Daar gaat in de handreiking dan ook de meeste aandacht naar uit. Helaas voor de praktijk: de meest voorkomende verzekeringsconstructie is die met een onbepaalde pensioenverzekering.
 
Bij een onbepaalde pensioenverzekering moet via herleiding worden vastgesteld wat de hoogte van de verzekerde pensioenuitkering op 1 juli 2017 is. Die uitkering wordt als het ware vastgeklikt. Je weet dan ook wat de hoogte van de pensioenuitkering in eigen beheer is. Die mag niet verder toenemen. Hoe nu verder met de pensioenverzekering? De handreiking geeft drie mogelijkheden aan:
  1. Het verzekerde deel van het pensioen wordt omgezet in een beschikbare premieregeling;
  2. Het verzekerde deel van het pensioen wordt omgezet in een bepaalde pensioenverzekering; of
  3. Pensioenverzekering en eigen beheer blijven één geheel vormen.
Een keuze voor die laatste mogelijkheid lijkt het eenvoudigst. Maar deze keuze kan wel financiële gevolgen hebben. Het pensioen in eigen beheer is gefixeerd. Deze aanspraak (qua hoogte van de uitkering) mag niet toenemen. Als de waardeontwikkeling van de pensioenverzekering achterblijft, moet de werkgever-BV (of de DGA) bijfinancieren in de vorm van een extra premie- of koopsomstorting. Als dit onwenselijk is of als bijstorting niet mogelijk is, moeten werkgever en DGA de pensioenovereenkomst hierop aanpassen.
 

Bron: Belastingdienst

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Pensioenen, Inkomstenbelasting, Loonbelasting, Vennootschapsbelasting

9

Gerelateerde artikelen