Het heeft lang geduurd, maar staatssecretaris Wiebes van Financiën komt nu toch gedeeltelijk tegemoet aan alle bezwaren over de onbeperkte materiële terugwerkende kracht van de nog in te voeren compartimenteringsreserve. Jeroen van Strien (Senior tax manager Bureau Vaktechniek EY en docent aan de VU Amsterdam) ziet de toezegging van de staatssecretaris als een positieve ontwikkeling. Toch is wat hem betreft de handreiking van de bewindsman nog absoluut onvoldoende.

Toezegging

Veel is er al gezegd en geschreven over de (onbeperkte) materiële terugwerkende kracht van de compartimenteringsreserve. Zo ook door Van Strien, onder andere in eerdere artikelen voor TaxLive. Naast kritische kanttekeningen vanuit de praktijk en de Tweede Kamer heeft ook de Eerste Kamer zich niet ongeroerd gelaten en herhaalde malen vragen gesteld over de zeer ruime werking van deze terugwerkende kracht.

Op donderdag 3 april 2015 doet staatssecretaris Wiebes van Financiën in de nota naar aanleiding van het verslag bij het Wetsvoorstel compartimenteringsreserve alsnog een toezegging om de reikwijdte van het voorstel iets te beperken in het voordeel van belastingplichtigen. De toezegging houdt in het kort in dat belastingplichtigen die voordeel hebben bij het arrest van de Hoge Raad van 14 juni 2013, zich op dit arrest kunnen beroepen. Het moet dan wel gaan om een realisatie van een belang dat zijn oorsprong vindt in een sfeerovergang door wetswijziging vóór 1 januari 2007. In geval van regelcompartimentering als gevolg van een sfeerovergang op of na 1 januari 2007, gelden de regels voor het vormen van een compartimenteringsreserve zoals deze zijn opgenomen in het wetsvoorstel.

Positieve handreiking

Van Strien geeft aan dat de gedane toezegging in ieder geval een positieve handreiking is van de staatssecretaris. Toch is wat hem betreft de kous hiermee niet af. "We zijn op de goede weg, maar we zijn er nog niet. Staatssecretaris Wiebes neemt  een klein deel van de  "overkill" weg, namelijk voor die gevallen waarin een sfeerovergang heeft plaatsgevonden vóór 1 januari 2007. In geval van een sfeerovergang door wetswijziging tussen 1 januari 2007 en 14 juni 2013 verandert er niets en speelt nog steeds de materiële terugwerkende kracht. Dit is en blijft wat mij betreft onterecht."

Opnieuw benadrukt Van Strien dat de staatssecretaris met deze beperkte toezegging nog steeds de Hoge Raad overruled. "Staatssecretaris Wiebes blijft veel gewicht toekennen aan de parlementaire behandeling van de per 1 januari 2007 in werking getreden Wet werken aan winst, waarmee het voor belastingplichtigen ‘duidelijk' zou moeten zijn dat bij sfeerovergang moet worden gecompartimenteerd. Juist op dit punt heeft Hoge Raad die parlementaire behandeling terzijde geschoven. De procederende belastingplichtige die door de Hoge Raad in het gelijk is gesteld, heeft dus een pyrrusoverwinning behaald. De toezegging van de staatssecretaris ziet immers slechts op een sfeerovergang vóór 1 januari 2007 en niet op een sfeerovergang als gevolg van de per 1 januari 2007 in werking getreden Wet werken aan winst."  

Van Strien vindt het verder opvallend dat de staatssecretaris van mening is dat zijn toezegging niet noopt tot wijziging van het onderhavige wetsvoorstel. Dit lijkt te impliceren dat deze toezegging door de staatssecretaris is gedaan in zijn hoedanigheid als uitvoerder. In de optiek van Van Strien was een wettelijke vastlegging meer op zijn plaats geweest.

Budgettaire derving?

Tot slot leidt volgens de staatssecretaris zijn toezegging tot een incidentele budgettaire derving van € 10 miljoen. "Waar dit bedrag ineens vandaan komt is een raadsel", aldus Van Strien, "zeker nu staatssecretaris Wiebes zelf eerder al heeft aangegeven dat er geen of nauwelijks situaties te verwachten zijn uit de periode vóór 1 januari 2007 die aanleiding geven tot regelcompartimentering. "   

Bron: Redactie TaxLive

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Vennootschapsbelasting

0

Gerelateerde artikelen