Heeft een ondernemer ten onrechte btw voldaan op aangifte? Een vordering tot schadevergoeding behoort tot de mogelijkheden, mits die voldoende is onderbouwd. Een acupuncturist ging daarvoor onlangs naar de fiscale rechter vanwege te veel betaalde btw.
Wat was er aan de hand? Gezondheidskundige verzorging van de mens is van btw-heffing vrijgesteld (art. 11, eerste lid, onderdeel g, onder 1° onderdeel a Wet OB). Deze (para-)medische vrijstelling geldt voor beoefenaren van een medisch of paramedisch beroep. De btw-vrijstelling is alleen van toepassing als de ondernemer een op dit beroep gerichte opleiding heeft voltooid waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG). De btw-vrijstelling is beperkt tot diensten die tot de deskundigheid van dit beroep behoren, dan wel voor een niet-Wet BIG-beroepsbeoefenaar en een Wet BIG-beroepsbeoefenaar die buiten zijn deskundigheidsgebied handelt van wie is vastgesteld dat zij kwalitatief soortgelijke gezondheidskundige diensten verrichten als Wet-BIG-beroepsbeoefenaren.
De BTW-richtlijn geeft geen omschrijving van hetgeen onder 'gezondheidskundige verzorging' wordt begrepen. Wel kan op basis van arresten van het Hof van Justitie worden vastgesteld dat de richtlijnbepaling zich richt op medische handelingen die als doel hebben de diagnose, behandeling en voor zover mogelijk genezing van ziekten of gezondheidsproblemen. Hierbij geldt ook dat preventieve ingrepen bij iemand die (nog) geen gezondheidsproblemen heeft – denk aan vaccinaties – onder het begrip ‘gezondheidskundige verzorging' vallen. In de zaak C-91/12 PFC Clinic AB, heeft het Hof van Justitie aangegeven dat de medische vrijstelling voor gezondheidskundige diensten ook geldt voor esthetische operaties/behandelingen (1).
Gelet op bovenstaande is het dan ook geen wonder dat in de praktijk (nog steeds) veel onduidelijkheid en discussie bestaat over de toepassing van de medische vrijstelling en de daarmee samenhangende fiscale neutraliteit.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant (2)
Een acupuncturist heeft behandelingen aan patiënten verricht en daarvoor btw in rekening gebracht. Hij heeft vervolgens tegen de in het derde kwartaal 2013 op aangifte voldane btw bezwaar gemaakt. De inspecteur heeft het tegen de eigen aangifte gerichte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard omdat het bezwaar te vroeg zou zijn ingediend. Het bezwaar is als een verzoek om ambtshalve vermindering aangemerkt en dat verzoek is door de inspecteur afgewezen.
Opvallend is dat partijen het ter zitting eens worden over de bestaande geschilpunten. De Inspecteur is het eens dat het bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard omdat het bezwaar te vroeg zou zijn ingediend en is het ook inhoudelijk eens dat een teruggaaf van omzetbelasting dient te worden verleend tot een bedrag van € 119. Het beroep is daarmee gegrond. Wat overblijft is of belanghebbende (nog) recht heeft op schadevergoeding.
Sprake van een onrechtmatig besluit maar geen schadevergoeding
De ondernemer heeft bij het in rekening brengen van omzetbelasting (en vervolgens de voldoening op aangifte) overeenkomstig het besluit van de staatssecretaris van Financiën van 14 mei 2013 (BLKB2013/810M) gehandeld. Volgens de Rechtbank Zeeland-West-Brabant staat vast dat de in dit besluit door de staatssecretaris van Financiën gegeven uitleg over de medische btw-vrijstelling voor accupunctuurbehandelingen door een arts zoals belanghebbende – achteraf bezien – in strijd is met de BTW-richtlijn (Gerechtshof 's-Hertogenbosch 11 september 2015, ECLI:GHSHE:2015:3527). Onder deze omstandigheden is de door belanghebbende op aangifte teveel voldane btw, te wijten aan een aan de inspecteur toerekenbare onrechtmatigheid. De Rechtbank Zeeland-West-Brabant verwijst daarbij naar het arrest van de Hoge Raad van 19 december 2014 (ECLI:NL:HR:2014:3603).
Voor de ondernemer gaat het echter (alleen) mis als het gaat om zijn verzoek om schadevergoeding. De rechtbank wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat de door de belastingplichtige gestelde kosten en omzetderving niet aannemelijk zijn gemaakt.
Bezwaar, ambtshalve sfeer en schadevergoeding
Wat te doen tegen een onjuiste BTW-behandeling? Een ondernemer kan bezwaar aantekenen tegen een voldoening op eigen aangifte of een naheffingsaanslag dan wel een teruggaafbeschikking vragen in de situaties waarbij de medische vrijstelling van omzetbelasting onterecht niet of gedeeltelijk niet is toegepast. Let wel, bezwaar moet worden ingediend binnen zes weken nadat de btw op aangifte is betaald.
Een belastingplichtige heeft verder de mogelijkheid om in de afgelopen vijf jaren teveel betaalde btw terug te vragen door middel van een verzoek om teruggaaf. Een dergelijke teruggaaf bevindt zich echter in de "ambtshalve sfeer". Het is dan afwachten hoe een individuele Inspecteur een teruggaaf (op basis van zijn eigen beoordeling) zal behandelen. Professionele bijstand is dan ook zeer aan te raden.
Gelet op het ruime toepassingsbereik van de medische vrijstelling kan overleg met een inspecteur over de toepassing van de medische vrijstelling de moeite waard zijn. Een fiscale procedure – zoals ook nu weer blijkt – is soms nodig om het eigen gelijk af te dwingen. Schadevergoeding kan bij een gegrond beroep dan ook zeker dienen als doekje voor het bloeden.
(1) Hoe medisch is cosmetisch voor vrijstelling van btw? BTW-bulletin 2016/4, januari 2016 door mr. R. Vos en mr. R. Jeronimus
Bron: Hertoghs advocaten
0