Oostenrijk kent van oudsher een bankgeheim. Dit houdt in dat banken de gegevens van hun klanten op grond van een wettelijke regeling beschermen. Aan het begin van 2013 verschenen echter nieuwsberichten dat Oostenrijk zou hebben ingestemd met de opheffing van het bankgeheim. De Verenigde Staten zouden grote druk op de Oostenrijkse overheid hebben uitgeoefend door te dreigen dat Oostenrijkse banken in de toekomst geen zaken meer in de Verenigde Staten mogen doen indien het land niet overgaat op automatische gegevensuitwisseling. Oud-staatssecretaris van Financiën Weekers sprak hierna de verwachting uit dat vanaf 2015 automatische gegevensuitwisseling binnen de EU-landen de standaard wordt.
Eind 2013 vond in Brussel een vergadering plaats van de ministers van Financiën van de EU-landen. Ondanks de eerdere instemming van Oostenrijk is tijdens deze vergadering geen akkoord bereikt over de overstap naar automatische gegevensuitwisseling binnen heel Europa. Uit diverse bronnen volgde dat onder meer Oostenrijk en Luxemburg dwars lagen bij de besluitvorming.
Naar aanleiding van deze vastgelopen onderhandelingen werden onlangs Kamervragen gesteld over het al dan niet afschaffen van het bankgeheim binnen de Europese Unie. Volgens Weekers is de vraag echter niet of het bankgeheim zal worden afgeschaft maar wanneer dit zal gebeuren (Brief staatssecretaris van Financiën, 17 december 2013, nr. AFP/2013/871). "Voor Luxemburg en Oostenrijk is het belangrijk dat zij een gelijk speelveld hebben met hun concurrent Zwitserland. Als Zwitserland het bankgeheim opgeeft dan zal het voor deze landen ook gemakkelijker zijn om dat ook te doen." Dat dit Zwitserse bankgeheim onder druk staat, staat buiten kijf (lees ‘Het bankgeheim ontrafeld'). Het is volgens Weekers nog slechts een kwestie van tijd voordat het bankgeheim binnen de Europese Unie geheel is afgeschaft.
Op 2 september 2013 heeft Weekers de inkeerregeling tijdelijk versoepeld. De versoepeling houdt in dat de boete van 30% niet wordt opgelegd als zwartspaarders zich vóór 1 juli 2014 bij de Belastingdienst melden. Deze versoepeling geldt ook voor inkeerverzoeken die vóór 2 september 2013 zijn ingediend, maar waarvan de boetbeschikking nog niet onherroepelijk vaststaat. Aangezien thans nog geen sprake is van automatische gegevensuitwisseling tussen Oostenrijk en Nederland, kunnen Nederlandse belastingplichtigen met niet-fiscaal verantwoord vermogen in Oostenrijk nog gebruik maken van de (tijdelijk versoepelde) inkeerregeling.
Bron: Hertoghs advocaten-belastingkundigen
1